En nu zijn we alweer ruim een week thuis in Nederland, na
een week in Hongarije. Het was fijn om weer even daar te zijn. Fijn om weer
onze huisjes op de heuvel te zien, fijn om het bordje van Torvaj weer te zien
en vooral heel fijn om onze buurvrouw Margit weer te zien. Alhoewel we daar
toch wel erg van schrokken… Ze was heel veel kilo’s afgevallen, niet omdat ze
aan de lijn doet, maar omdat ze ziek is. Ze klaagt al een jaar of 5 over
buikpijn. Beetje vage klachten, de ene keer heeft ze er meer last van als de
andere keer. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Ze heeft verschillende onderzoeken
gehad, en er kwam nooit echt iets uit. Tot afgelopen oktober. Toen kreeg ze een
uitslag, maar eentje die je niet wilt horen… alvleesklierkanker. En dat is gvd
een kutkanker. Die overleef je in de meeste gevallen niet. In Nederland niet,
maar in Hongarije net zomin. Ze krijgt nu 6 kuren met infuus, het is geen
chemo, maar iets anders. Wat dat weet ik niet, maar het is niet goed. Ik hoop
met heel mijn hart dat de kuren aan gaan slaan en dat ze potverdorie nog een
tijdje onder ons is. En dat ze niet te ziek is, want dat zou ik zo erg vinden…
Duimen dus!
We hadden deze ronde een bus gehuurd bij Sixt, want ja we
hadden toch weer een schuurtje vol met spullen staan die we door het jaar heen
verzameld hadden. En niet alleen het schuurtje stond vol, het tuinhuis ook een
hoop zooi wat mee moest, plus de beetjes die her en der verspreid stonden. Pas
vroeg mijn vriendin, wat moet er toch met al die spullen gebeuren als jullie
ooit uit Torvaj weg zouden moeten? Ik zeg, een lucifer eraan houden, dat lijkt
me het verstandigste, haha. Hopelijk komt het niet zover en zijn onzen kinderen
er over 30 jaar ook nog blij mee. Maar daar denken we nog niet aan en we
verzamelen nog rustig door. Dus had Mario het grootste busje gehuurd wat je nog
met een gewoon rijbewijs mag rijden en daar past 14 kub in.
Vrienden van ons
hadden ook wat spullen, een zwembad, tuinmeubels en ook nog een stapel
bananendozen. Maar het paste er mooi allemaal in en zo togen wij op goede
vrijdagmorgen om 4 uur richting Hongarije.
Het was lekker rustig op de weg,
want in Duitsland mochten geen vrachtwagens rijden, heerlijk! We zouden
eigenlijk overnachten, maar de reis verliep zo vlotjes, dat we besloten om maar
gewoon door te rijden tot thuis.
Het was koud in huis, dus meteen de kachel aangestookt en
de elektrische dekentjes aangezet ;-)
De volgende dag regende het, dus hebben we alles maar
lekker op ons gemakkie gedaan. Een paar spullen uit het busje gehaald maar de
rest moet maar wachten tot het droog is… Even langs Margit gegaan en jeetje wat
schrok ik van haar… ze was zo sterk vermagerd. Echt heel zielig… ze vroeg of
alles goed was in het huis, geen problemen? Nee geen problemen zeiden wij. En
het zwembad, vroeg ze. Nee ook geen problemen. (We waren daar nog helemaal niet
geweest) Is dat geen probleem, dat het helemaal ingezakt is, vroeg ze nogmaals.
Ingezakt, ingezakt, wat is er ingezakt? Ja het dak is ingezakt, zegt Margit.
Wel GVD, het zal toch niet waar zijn? In januari waren wij hier en toen stond
het er nog superstrak bij. Ik wil het niet zien, ik wil het niet zien, dat zei
ik in mezelf. Mario ging kijken, maar ik liep naar het andere huis. Als ik net
doe of ik van niks weet, is het straks misschien ineens opgelost. Maar toen
Mario effe naderhand terug kwam, zei hij, het is best erg. Ik deed net of ik
niks hoorde, want het moest maar vanzelf weggaan. Mario dacht, Marti heeft het
niet gehoord en hij zei nogmaals, het is best erg, Marti. OO, zei ik. Meer
niet. Ik had geen zin in weer mijn eigen druk maken over dat kloteafdekzeil.
Het regende nog steeds, dus ik zei dat ik morgen wel ging kijken. Misschien is
het na een nachtje slapen wel weer mooi strak gaan staan. Maar zo werkt het
natuurlijk niet. Dus ging ik de dag erna toch maar even kijken. Pfff en zo zag
het er uit:
Ja best wel erg, ja. Manfred onze buurman kwam er aan en
zei dat het een tijdje geleden best veel gesneeuwd had en toen gevroren en toen
geregend. Dus dat is ontzettend zwaar geweest op dat zeil, het heeft niet weg
gekund en het is door gaan zakken. De buizen helemaal krom. Wat nu. Ik baalde
als een stekker en zei tegen Mario, gooi dat gat onderhand maar dicht. Dat was
natuurlijk onzin, maar jee ik had hier zo geen zin in! Mario is dan toch veel
rustiger als ik en hij zegt, ik ga er een dompelpompje op zetten zodat het
water weg kan en dan moeten we het zeil
eraf halen. Maar dat duurt ff, dus we gingen maar binnen met Manfred een kopje
koffie drinken. Hij had tijd zat en wij ook, dus hebben we gezellig bij
gekletst. Nou gaat dat altijd een beetje moeizaam, wat mijn Duits is verdomde
slecht. Maar als we gewoon Hongaars tegen elkaar spreken, gaat dat eigenlijk
veel gemakkelijker. Toen hij weg was zijn we maar begonnen met de spullen uit het busje overladen in de Frontera, want
het busje kan bij ons niet naar boven rijden en de 4WD wel. Maar potverdorie
dat viel toch nog tegen. Want omdat het gisteren geregend had, lukte het maar 1
keer en toen waren in de modder al diepe sleuven gereden. Het is bij ons ook
echt wel steil omhoog, het laatste stuk…. Mario probeerde het nog wel een paar
keer, maar we moesten echt wachten tot de grond wat opgedroogd was. Het was
echt natte Hongaarse klei, dat is heel wat anders als de grond in Nederland.
Op eerste paasdag waren we uitgenodigd bij John en
Martine en daar maakten we dankbaar gebruik van! We zijn er met de bus naartoe
gereden, wat dan konden hun spullen er ook meteen uitgeladen worden. Er waren
nog 4 mensen meer, en het was echt keigezellig! Een heerlijke overvolle brunch
maakte het een superdag. Lekker eten, vrienden, Hongarije, meer hebben wij niet
nodig! We gaan nog even bij het huis van L en R kijken. Altijd leuk, want je
doet overal weer nieuwe ideetjes op. En het idee wat we hier opdoen is om een
muur uit te breken in het eerste huis. Dat hebben zij ook gedaan en ik vind het
zo mooi, de grote ruimte die je hiermee creëert. Dus toen we laat in de middag
thuis kwamen, zaten onze buikjes zo vol, dat we niet veel soeps meer gedaan
hebben. Maar ik wilde nog wel even naar het eerste huis gaan kijken om te
bedenken of dat bij ons ook zou kunnen. De muur tussen de keuken en woonkamer
er (gedeeltelijk) uitbreken, zodat het in de keuken wat lichter wordt en in de
woonkamer wat warmer. Het lijkt ons een supergoed idee! Wordt vervolgd.
Maar de volgende dag moesten we ons toch verdiepen in het
zeil van het zwembad. Het water was intussen er vanaf, dus konden we heb van
het zwembad af schuiven. We hebben alle kromme buizen eruit getrokken en die
kunnen weg. Nu gaan we het doen zoals we het eigenlijk vanaf het begin al
wilden maken. Gaatjes er in. In Rooi hebben we al 12 jaar een zwembad en daar
zitten in het winterzeil ook gaatjes met zeilringen en dat gaat al die tijd al
goed. Maar de zeilmaker vond dat jammer, je gaat toch niet in zo’n duur zeil
gaatjes maken? Nee maar we moeten iets! Dit werkt niet. We gaan het gewoon
eigenwijs zijn. We gaan 3 dikke balken over het zwembad leggen, we maken
gaatjes in het zeil en dan spannen we het zeil strak op de grond. Niks meer
schuin en aflopend, want dat werkt gewoon niet. Maar we kunnen nu niet verder
omdat we nog geen zeilringen hebben. Woensdag is het grote markt in Tab,
wellicht dat we ze daar kunnen kopen.
Het is nu een stuk droger geworden en het lukt Mario weer
om met de Frontera naar boven te rijden. Dus laden we beneden aan de heuvel
alles uit het busje over in de Frontera en zo komt alles heel gemakkelijk
boven, scheelt een hoop sjouwwerk.
Als alles boven is, vinden wij dat het mooi weer is om
verder te gaan aan ons houthok. We moeten nog een zijwand, bodem en dak maken. We
beginnen met het dak, dus panlatten erop en dan dakpannen sjouwen. Met de
kruiwagen van de stapel achter het konijnenhok, naar het stuk tuin tussen het
eerste en tweede huis. Terwijl we daar zo lekker bezig zijn, denk ik toch eens
ff naar het huis van Dirk kijken. In de zomer kunnen wij dat niet zien omdat
het dan dichtbegroeid is, maar als alles nog kaal is lukt dat wel. En het lijkt
wel of ik een auto bij zijn huis zie staan. Je moet heel goed kijken, want ze
wonen helemaal aan de andere kant van Torvaj. Wij wonen op een heuvel, maar zij
wonen op een berg, haha. Van de zomer zeiden ze voor de grap. De Nederlanders
wonen in het huisje op de heuvel, maar de Belgen wonen in een villa op de berg.
Nou denk ik dat de berg niks hoger is dan de heuvel, maar het verschil tussen
hun huis en het onze is wel heel groot! Ja dan wonen zij echt in een villa.
Maar het zijn zo’n lieverds en als we tegelijk in Torvaj zijn, zoeken we elkaar
ook altijd even op. Dus ik zou het ontzettend leuk vinden als Dirk en Machteld
er nu ook zouden zijn. Na een goei uurtje liggen de dakpannen er op en
gaan we met de bodem verder.
We hebben nog net genoeg oude palen over van het dak en
die gebruiken we als bodem. Beetje om en om leggen en dan op lengte zagen. We
klussen lekker verder en genieten ondertussen van het mooie uitzicht wat ons
plekje te bieden heeft. En dan rond 5 uur, horen we iemand zeggen, hallo. We
kijken verbaasd om en jawel daar komen Dirk en Machteld aan gelopen. Dus toch,
ik had het goed gezien. Keigezellig! We besluiten dat het nu een goed moment is
om pauze te nemen en ik ga biertjes en een zak chips pakken en we gaan gezellig
in het houthok zitten. Haha nu kan het nog.
Wat is toch fijn dat we hier ook
gewoon een fijn sociaal leven hebben! We hebben elkaar genoeg te vertellen en
voordat we het weten zijn we 2 uur verder. Dirk en Machteld gaan weer terug
naar huis, maar niet nadat ze ons uitgenodigd hebben om vrijdagavond bij hun te
komen eten. Nou dan doen we heel graag!
Op woensdag gaan we betijds naar de markt, in de hoop
daar zeilringen te kunnen kopen. De grond is daar nog wel wat drassig hier en daar, dus een beetje uitkijken waar je loopt…
Maar het blijft een mooi
gezicht, de echte zigeuners met de kleurige wijde rokken en dito sjaaltje om
hun hoofd, de mannen met zwarte snorren en zwarte pakken.
Maar helaas zijn er geen zeilringen te koop…. Dan zullen
we toch nog naar Siófok moeten. Als we klaar zijn op de markt rijden we door
naar Bert en Mariëtte. Want we hebben voor hun ook wat spullen meegenomen naar
Hongarije. Ze hadden wel aangeboden om de spullen zelf bij ons te komen halen,
maar Bert is slecht ter been en met de modder die her en der nog ligt, vind ik
het een beetje onverantwoord. En het geeft ons de kans om er weer op uit te
gaan. We moeten echt goed zoeken en als
ik het in het dorpje aan een random oudere man vraag, zegt hij zonder blikken
of blozen, aaah Bert, ja die woont een stukje verder in een mooi groot huis. Ik
ben verbaasd dat hij weet ik bedoel. Dan rijden we nog 2 keer hun huis voorbij,
zonder dat we het weten, maar uiteindelijk komen we toch bij hun terecht. We
worden hartelijk ontvangen en onder het genot van koffie en thee komt het
gesprek op ons zwembadzeil en de zeilringen die we nog ergens moeten zien te
vinden. Dan zegt Bert, ik heb er nog ergens liggen. Hij duikt zijn kast in en
jawel hoor hij komt met 4 pakjes ringen plus het gereedschap om ze erin te
slaan, aanzetten. Dankjewel, je bent een schat! Wij kunnen verder! Maar niet nadat
we nog uitgebreid gebuurt hebben over hoe we in Hongarije verzeild zijn en hoe
erg we allemaal ons hart verloren hebben aan dit fijne land. We krijgen als
dank nog 2 flessen rode Bertbor mee, en we rijden met een fijn gevoel terug
richting Torvaj.
We gebruiken alle 4 de pakjes zeilringen en als het zeil
erover gespannen is ziet het er strak uit. We hebben er weer vertrouwen in!
De volgende dag gaan we het houthok helemaal afmaken en
vullen met hout! Overal ligt afvalhout, afkomstig van 2 oude daken en de
verbouwingen. Ik zaag ze met behulp van de oude ijzeren zaagtafel die we ooit
van onze Peter gekregen hebben, in handzame stukken en Mario brengt ze met de
kreuge naar het houthok. Op deze manier schiet het lekker op en binnen no time,
ligt het voor een kwart vol.
Even later worden we getrakteerd op een prachtige zonsondergang.
Als we de vlonder weer gaan repareren, die was
gedeeltelijk mee omhoog gekomen door de sneeuw die op het zeil drukte, kan ik
toch niet anders dan genieten van de voorzichtige lente die doorbreekt. Ik ben
blij dat ik hier met mijn rode klompjes aan in Torvaj op de heuvel zit. Dit is
mijn plekje.
We gaan ook nog even langs bij Erzsi en Géza, want ook
voor hun hebben we heel veel meegebracht uit Nederland. Zakken vol met kleding
dragen we bij hun naar binnen. Ze zijn er altijd erg blij mee. Ze zoeken eerst
uit wat ze zelf kunnen gebruiken en dan hebben zij weer hun vaste mensen waar
de rest van de kleding naartoe gaat. Het is voor ons altijd erg dankbaar
geweest om al die kleding mee te nemen en uit te delen, maar toch willen we dit
voorlopig ff gaan minderen. We hebben 3 adressen waar we de kleding uit delen
en we hebben de afgelopen jaren zoveel meegenomen. We verdrinken een beetje in
de kleding. Het kost ons veel tijd om uit te zoeken en dan moet het opgeslagen
worden en dan moet er weer vervoer geregeld worden. Maar de mensen zijn altijd
zo dankbaar dat ik het best wel moeilijk vind om te zeggen, we doen het niet
meer…. Het staat nu ff op een laag pitje.
We krijgen bij Erzsi altijd een lekker bakkie sterke
koffie. Zo’n minikopje met echt espresso. Mmmm heerlijk vind ik dat. Gewone
koffie vind ik vies, maar deze is echt lekker. Ik doe er 3 scheppen suiker in
en dan is het net een snoepje, zo lekker. We buurten over en weer, hoe gaat het
met de kinderen, komt Manon nog niet terug, vragen ze dan altijd. Dan zeg ik
dat ze voorlopig nog niet terug komen, maar dat ik ook niet weet wanneer dan
wel… Na een uurtje nemen we zwaaiend afscheid en hopelijk zien we elkaar in de
zomer weer. Het zijn zo’n lieverds en goede vrienden geworden door de jaren heen.
En dan is het alweer vrijdag, de dag dat we mogen gaan
eten bij Dirk en Machteld. Oooo wat verheug ik me daar op! Maar eerst moeten we
nog langs de imker van Torvaj. Want vorige keer waren we met het vliegtuig en
dan kun je niet veel mee terug nemen, en zeker geen honing. Daar baalde ik van
want ik zat al een tijdje zonder lekkere acaciahoning, ik kocht hem hier ook
wel, maar dat komt nog niet in de buurt van de zachte zoete honing die bij ons
in Torvaj gemaakt wordt. Dus nu moesten er een paar potten gekocht worden bij
Zoltan. Szilvia vraagt of ik binnen kom, maar het is zo lekker buiten dat ik
liever op het stoepje in de zon op haar wacht. Nadat Szilvia de potten binnen heeft
gevuld, zitten we nog ff op het stoepje te genieten en een beetje te buurten.
Omdat het ’s avonds toch nog afkoelt gaan we bij Dirk en
Machteld lekker binnen zitten waar de houtkachel al gezellig brandt. Zo’n leuke
kachel, je kunt de deurtjes open laten staan, zet er een speciaal vonkenscherm
voor en dan lijkt het een open haard. Die gaat er in het huisje op de heuvel
ook minstens eentje komen J
We zitten bij het raam en genieten van
het uitzicht. Jeetje wat wonen zij toch mooi zeg! Dat uitzicht, echt geweldig.
De avond vliegt voorbij met kletsen, eten en drinken. En als wij weer terug
gaan naar het huisje op de heuvel, zeggen we tegen elkaar, wat was het toch
gezellig he?
We tellen al weer af naar de volgende keer Torvaj,
Groetjes, Marti
Wat erg van jullie goede vriendin Margit. Wij hebben hetzelfde meegemaakt met een goede vriend van ons hier. Het loopt bijna altijd slecht af. We wensen jullie alvast veel sterkte voor later. Natuurlijk verders nog veel plezier en geluk in Hongarije.
BeantwoordenVerwijderen