donderdag 29 november 2012

Dubbel genieten in Hongarije


Dubbel genieten in Hongarije

We zouden in oktober voor een weekje naar Hongarije gaan. Maar het was zo fijn om daar te zijn, en het was zooooo moeilijk om na een week de deuren weer te sluiten…..


Het landschap was gehuld in de meest prachtige kleuren, de zon scheen uitbundig. Het gras wat we in de zomer ingezaaid hadden, was nog uitgekomen ook! Een mooi groen tapijt bedekt met ochtenddauw. Je zou er zo met je blote voeten in willen stappen, ware het niet dat ik als de dood ben voor spinnen. En die zitten er, hele grote! De bruidssluier van Manfred hangt te glanzen in de zon. Zucht wat is het hier mooi….


De vloer in het gastenverblijf is tijdens onze afwezigheid gestort. Dus kunnen wij mooi verder met het zetten van een nieuwe muur. Dit doen we in fases, iedere dag een beetje metselen. 


Er moeten bogen gemetseld worden, iets wat we nog nooit gedaan hebben. Maar nadat we een mooi houten systeempje in elkaar getimmerd hebben, gaat ook dat lukken. 


We zijn er gewoon een beetje trots op dat wij dat toch maar mooi doen… Dit is het leven, samen op de heuvel een beetje keuvelen. Een beetje klussen, een beetje relaxen. Maar we krijgen ook regelmatig bezoek, en ook dat vinden we heerlijk. János komt regelmatig even langs, hij helpt ons met veel praktische zaken. 


Hij woont aan het einde van onze straat, langs het kerkhof. Geboren in Budapest en op zijn 12e verhuisd naar Duitsland. Daar heeft hij zijn verdere leven doorgebracht, hij is er getrouwd en zijn kinderen zijn daar opgegroeid. Op een gegeven moment is hij met zijn vrouw teruggegaan naar Hongarije, naar Torvaj wel te verstaan. Dus hij spreekt perfect Duits en Hongaars. Tel daarbij op dat het een heel lieve man is, die tijd genoeg heeft en ons heel graag helpt. Dus je begrijpt wel dat hij voor ons heel waardevol is! Plus hij kent heel veel mensen uit de omgeving en weet zodoende waar het beste naartoe kunt als je een goeie timmerman nodig hebt. Hij was ook degene die met de man op de proppen kwam die het aandurfde om onze kelder op te knappen. Helaas vinden wij dat op dit moment te duur voor ons. En dat zit die man nog steeds niet lekker. Hij vind het jammer, want hij vind onze kelder zo uniek en zo mooi. Dus op een gegeven moment krijgen wij de uitnodiging om naar zijn wijnkelder te komen kijken. János komt ons ophalen met zijn Mercedes en op het dooie gemakje tuffen we naar een dorpje verderop ons daar de man op te halen. Met zijn 4-en rijden we het dorp uit en de bossen in. Als we bij een open vlakte aankomen zien we allemaal kleine huisjes staan. Het blijken allemaal wijnkelders te zijn. Het ene nog mooier dan het andere. Als we de man zijn huisje binnen stappen is het eerste wat Mario zegt: Dit wil ik ook, een mannenhuis! Het huisje is net zo groot als on toekomstige gastenverblijf. In een hoek staat een klein keukenblokje, langs de muur staat een kachel. Maar in het midden van de ruimte staat een grote lange tafel. Aan weerszijden staan houten bankjes. 


Het ziet er zo gezellig uit! Maar het meest aandacht trekkende is toch wel de dubbele deur die open staat. Want daar is het grote pronkstuk, de wijnkelder. Mooie houten en iets minder mooie RVS wijnvaten sieren de ruimte. In de nissen achterin liggen wijnflessen. 



Hij vertelt trots dat hij de wijn allemaal zelf maakt. We mogen proeven. Maar dan heeft hij aan mij een slechte, want ik houd alleen van heel zoete wijn. Oké ik krijg een glaasje fehér édes aangeboden. Getver, ik vind het niet lekker, maar dat laat ik niet merken. Het lukt met moeite om mijn gezicht in de plooi te houden. Ik houdt eigenlijk van mierzoete wijn met bubbels, limonade dus want ik drink ook geen alcohol. Mario vind de wijn wel lekker, zegt ie. Ik maak wat foto’s en Mario zegt dat ik vooral een foto moet maken van de kandelaars die in de muren steken. 


Want die wil hij dan ook, als hij zo’n mannenhuis met kelder heeft J. Nadat we een flesje wijn hebben gekregen om mee naar huis te nemen, krijgen we ook nog een rondleiding . Goh wat ziet het er leuk uit zeg! Zo gezellig. Op de terugweg ben ik aan het denken. Ik snap nu wel dat de man het zonde vind dat wij niks aan onze kelder doen. En dan is onze kelder nog 3 keer zo groot als die van hem… Is het eigenlijk raar om een wijnkelder te willen ook al lust je geen wijn? Nee toch?

We hebben ook bezoek van Eric en Nicole, vrienden van ons. Zij zouden 4 dagen naar Budapest gaan. Maar gelukkig ze konden de verleiding toch niet weerstaan om ons te verblijden met een bezoekje. Het was al een week heerlijk weer, maar laat het nou net die dag heel slecht zijn. Regen en harde wind… Als ze bij ons aankomen hebben ze het koud, maar gelukkig staat bij ons de tegelkachel al lekker te branden en kan Eric zijn voetjes lekker opwarmen aan de warme tegels. 


Als we boterhammen gegeten hebben, gaan we ons mooie Torvaj aan hun tonen. Maar dat gaat niet zo snel, want overal moeten we even buurten. Als we bij Ferry onze kroegbaas aankomen, blijven Eric en ik staan luisteren. Hij is mais aan het malen en dat hoort Eric meteen, niet gek voor een boerenzoon J Als Ferry ons voor het hek ziet staan, wenkt hij dat we dichterbij moeten komen. Mario en Nicole zijn al doorgelopen. Wij willen dat wel eens zien. Het eerste wat mij natuurlijk opvalt zijn de kippen.


Heerlijk zoals die hier lopen te scharrelen. Maar de herrie overheerst toch wel en ook ik ga kijken bij Ferry. Hij houdt een grote zak onder een maalmachine. Bovenin gaan de maiskolven en als die gemalen zijn, valt het maïsmeel in de grote zak. Ik vraag wat hij daar mee doet. Voor de dieren zegt hij. Kom maar eens kijken naar de dieren.  We komen bij een hok wat vreselijk stinkt, hier staan de varkens. Wat een grote dieren zeg! Ondertussen probeert het kefjoekeltje wat er ook rondloopt, mijn broek te ruïneren. Hij krabt steeds met zijn scherpe nageltjes over mijn benen. Op een gegeven moment  vind ik het genoeg en geef hem een zacht doch dringend duwtje. Er komt een lief oud dametje aan het geeft ons een hand. Het is de moeder van Ferry. Ze begint volop tegen ons te kletsen, en gelukkig versta ik het meeste ook. Op een gegeven moment worden wij toch een beetje ongeduldig, want Nicole en Mario zijn allang thuis. Dus nadat we alles bewonderd hebben lopen we het poortje weer uit en gaan weer verder. Ik zeg tegen Eric dat dit veel tijd kostte, hij kijkt me aan en zegt: nee, dit ís tijd. Hier draait het om, dit is belangrijk. Ik val even stil, en moet hem gelijk geven. Dit zijn gouden momentjes… We sluiten deze heerlijk dag af in Siófok, waar we hun eerst vol trots ons mooie Balatonmeer laten zien. Nicole is verbaasd dat het zo groot is. Maar als je bij de haven in Siófok staat, kun je maar een kwart van het meer zien, kun je nagaan hoe groot het hele meer is. 


Het is koud want het waait stevig, maar toch krijgen ze er een goede indruk van. We gaan ook nog even een kijkje nemen in het mooie oude treinstation. We zijn heel verbaasd als we zien dat een oude man geholpen word met oversteken. Over de rails dus. Normaal gesproken moet je in een tunneltje onder het spoor door. Maar omdat de man met een rollator loopt en dus niet over de trappen naar beneden en weer naar boven kan, mag hij zo oversteken. De conducteur die de man helpt zwaait ondertussen met een lampje naar de trein die langzaam nadert. Effe wachten, seint hij, want dit gaat niet zo snel. 


Bizar om te zien, maar uiteindelijk staat de oude man veilig aan de overkant en kan de trein weer verder rijden. Als we nog een hapje gegeten hebben zwaaien we onze vrienden uit en is deze leuk dag weer ten einde. Maar niet nadat we gevraagd hebben of ze morgen tegen de piloot willen zeggen dat wij niet mee naar huis gaan. We hebben besloten om er nog een weekje aan te plakken. Dus een nieuwe vlucht geboekt en nog een weekje genieten!

En dat hebben we zeker gedaan, want het weer werd steeds beter. Toen we op vrijdag met onze vrienden Han en Palinka naar Siófok gingen om te winkelen was het zo’n  prachtig weer, dat ik de driekwarts broek weer tevoorschijn gehaald had. 
Een lange broek was gewoon te warm! En op zondag zijn we nog naar Pécs geweest en toen was het zelfs 25 graden in het zonnetje. We gingen eerst naar de grote markt en naderhand nog even de stad in. 


Ik was alweer vergeten hoe mooi die stad is. Is ook al zeker zo’n 12 jaar geleden dat we daar voor het laatste waren.






We hebben ons vergaapt in de oude St. Petrus dom, door de mooie straatjes geslenterd en een lekker ijsje gegeten op het Széchenyi plein. 


We zien dat de hekken met liefdessloten er ook nog steeds zijn, maar die waren 12 jaar geleden ook al vol. Dus ik denk dat ze die regelmatig leegmaken. 



Is lekker als je daar ijzerboer bent.
Ja en dan moeten we toch echt terug naar Nederland. Maar ik wil niet. Ik wil nog blijven. Het leven is hier zoveel rustiger en relaxter…. Maar het zal toch echt moeten. Op naar de volgende keer!

Groetjes, Marti