woensdag 30 juni 2010

Vervolg van mijn vorige blog

Om nog maar eens terug te komen op mijn vorige blog, we hebben natuurlijk meer gedaan dan alleen maar werken.. Zo als ik al vertelde zijn we naar Igal geweest, maar we zijn ook een middagje naar Kaposvár geweest. 



Wat is dat een mooie stad zeg, met al die prachtige oude gebouwen in de binnenstad! En die Dick viel nog met zijn neus in de boter; hij is heel lang bij de brandweer geweest. En nou was er net op die dag dat wij daar waren een demonstratie van de brandweer.


En lieten ze zien hoe ze vroeger de branden blusten, en daarna lieten ze zien hoe dat nu gaat. Nou Dick stond helemaal vooraan te genieten.
Maar we hebben vooral genoten van het normale Hongaarse leven… Het is prachtig om te zien hoe dat daar voort kabbelt, rustig, stil, en toch is er altijd wel iets te zien waarvan je denkt: kijk daar, wat leuk! Zo was er op een gegeven moment consternatie in het dorp, er was van het ene op het andere moment een gat in de weg! Ja en dat is ernstig, een gat in de weg. Want het was onder aan onze straat, langs het bushokje, en langs de winkel. Dus op een druk kruispunt. Nee hoor grapje, daar komt geen kip. Tenminste doordeweeks niet. Op zaterdag komt er ieder uur wel een Trabantje dat zijn inkopen gaat doen in de winkel… Maar om er voor te zorgen dat er niemand in viel had men er een stok met rode vlaggetjes eraan, in gezet, en nog een grote tak. Zodat je toch wel goed zag, dat daar iets mis was…


De ene na de andere kwam even kijken naar dat gat met de stok. Op een gegeven moment was het zelfs gezellig druk onder aan de straat. Er werd gekletst en gelachen. Waar een gat in weg al niet goed voor is! jammer dat mijn Hongaars nog niet zo ver reikt, anders was ik zeker mee gaan kletsen.
Maar het mooiste van alles is toch wel de natuur.
Ik heb genoten van de zonsopkomst om kwart over 5 ’s morgens, en van de zonsondergang bij het Balatonmeer



Ademloos hebben we gekeken naar de glooiende velden met het felgele koolzaad, prachtig gewoon!


En of het nou een wesp is, die een nest bouwt op de deurpost,


of een uitgebloeide paardenbloem die je tegen de felblauwe lucht houd, ik vind het allemaal even prachtig! Op een gegeven moment had ik het helemaal gehad met hakken en smeren, dat ik mijn camera heb gepakt en een klein rondje op het erf ben gaan maken. 
 



Ja en dan zie je pas echt hoe mooi de bloemetjes, de bomen en het gras is.  En als je dan alleen wat vogels hoort fluiten, dan geniet ik daar zó van!  Op een gegeven moment was het volle maan, en toen ben ik naar buiten gegaan en heb geprobeerd om daar een foto van te maken, het was een volmaakte maan, een volmaakte avond en een bijna volmaakte foto…



Zo zie ja maar weer, geluk en schoonheid kun je overal vinden, maar je moet er wel voor openstaan….
Ik vertelde de vorige keer over de barbecue die een beetje te ver doorgeroest was , nou die hebben we provisorisch gemaakt en we toen konden we hem nog heel goed gebruiken! Je mag een gegeven paard ook niet in de bek kijken.. En gelukkig waren de bruine vlekken op de slaapbank er met een vochtig doekje ook snel weer af,  dus de bank staat nu mooi te wezen in de slaapkamer wat over een tijdje de huiskamer moet worden. Wat een luxe zeg, een bank in je kamer!


En we zijn ook nog op verjaardag geweest bij vrienden van ons. Zij wonen ongeveer een half uurtje rijden bij ons vandaan. En wat denk je dat we onderweg daar naartoe tegen kwamen? Een schapenherder met zijn groep schapen. Ja en die hadden de weg al in gebruik, dus wat doe je op zo’n moment? Wachten, een andere optie is er niet.



Maar zeg nou zelf, is dit nu geen mooi gezicht, zoiets zie je in Nederland niet vaak meer… Toen we bij onze vrienden aankwamen, waren er nog meer Nederlandse Hongaren aanwezig. Gezellig! En wat hebben Han en Palinka een mooi uitzicht! Jeetje, het leek wel een levend schilderij. We hebben een heel gezellige middag gehad en weer nieuwe mensen leren kennen die net zoals wij helemaal lyrisch zijn van Hongarije. We gaan zeker in contact blijven met hun. De middag werd afgesloten met een heerlijk etentje bij een restaurant in Igal. Het zat een beetje verstopt, als op de doorgaande weg rijd, kom je er niet langs. Maar wat was het lekker! Ook weer iets om te onthouden als we zijn wezen badderen in het thermaalbad. En zo leer je steeds meer mensen en plekjes kennen, waardoor je steeds meer wortel gaat schieten in Hongarije. En dat is wat we willen…
Op een middag stonden ineens de tuinman en zijn vrouw bij ons op de stoep. Jónapot, gyere be. Goedendag, kom binnen! Ik vind die onverwachte bezoekjes altijd heel gezellig. Dus de koffie werd gezet, op zijn Hongaars, dwz. kleine sterke bakkies. Nadat we een gekletst hadden, stond de tuinman op en ging naar de wijnkelder. Hij vroeg om lege plastic flessen want daar wilde hij de wijn voor ons in doen. Mario vroeg heb je er 1 nodig of 2? Ze begonnen te lachen, want we kregen 20 liter rode wijn! Huh, wat moeten we met zoveel wijn? Je moet bedenken dat wij geen echt wijndrinkers zijn.. Dus wij zeiden dat 2 flessen voor ons echt voldoende was, de rest was voor hun. We hebben nl. vorig jaar afgesproken dat de tuinman onze druivenstruiken onderhoudt en de wijn maakt. En de wijn zouden we dan delen. Want wij kunnen dat allemaal niet en hebben daar de tijd ook (nog) niet voor. Dus eigenlijk hadden wij al zoiets van, laat de druiven  maar groeien en we zien wel. Maar toen kwam de tuinman met dit voorstel  en daar waren wij natuurlijk heel blij mee! Maar wij hoeven echt niet de helft van de wijn te hebben, dat gaat bij ons toch niet op. Op een gegeven nodigden ze ons uit om op vrijdag bij hun op bezoek te komen. Vrijdagmiddag rond koffietijd, dachten wij. Dus wij met zijn 4en er naartoe. Komen we daar aan, zegt de tuinvrouw: Waar bleven jullie nou? Het eten is allang koud! Ojee, dat hadden we dus verkeerd begrepen… Délben, had ze gezegd. jeetje, dat woord hadden we net gemist. Best belangrijk, want betekent middageten. En het was ondertussen al half 3 in de middag. Ik schaamde me dood, toen zag hoeveel moeite ze voor ons gedaan had. We werden de keuken in gesommeerd en de pan met goulashsoep kwam op tafel. Jammie, gelukkig hadden we tussen de middag allen een broodje gegeten… Daarna kwam de huisgemaakte kólbasz en pogácsa op tafel, en dat was echt veeeel lekkerder dan de worst en broodjes die in de supermarkt koopt! 



Als toetje nog een lekker kopje Hongaarse koffie, en we konden geen pap meer zeggen! Wat zijn die mensen toch gastvrij, ongelooflijk. Maar volgens mij zijn bijna alle Hongaren wel zo.
Een dag voordat we weer naar Nederland gingen, hebben de mannen ook nog een luik gemaakt van hout, voor op dat gat waar de pomp in staat. Ik weet gans niet hoe je zo’n gat noemt.. gat, hok, keldertje, kuil, ruimte, schuurtje in de grond??? Maar afijn, dat luik heeft hier nu een paar weken gestaan voordat het naar Dick, de dakdekker werd gebracht. Want die gaat er mastiek overheen maken, zodat het waterdicht is. En nu is dat luik rondom echt een aantal centimeters gekrompen… Het hout was toch veel verser en natter dan wij dachten, dus daar is geen rekening mee gehouden.. Ik hoop dat ze bij het maken van de potdeksel nokken daar wel een beetje rekening mee gehouden hebben. Dat ze dus genoeg overlap hebben gemaakt.. Want anders is het hele concept van goed wind- en waterdicht niet meer van toepassing L Afijn dat gaan we over een paar weken meemaken, ik ben zeer benieuwd!