dinsdag 12 juli 2011

Juli 2011

Eindelijk na een afwezigheid van 9 lange maanden, zouden we weer naar ons huisje op de heuvel vertrekken. Eigenlijk al vrijdagnacht, maar zoals gewoonlijk bij ons, waren wij toen nog lang niet klaar om te vertrekken. De auto moest nog ingepakt worden en de aanhanger moest nog worden volgestouwd met tientallen bananendozen. Bijna allemaal spulletjes voor de Hongaren bij ons in het dorp. Maar op zaterdagmorgen om half 12 waren we toch eindelijk klaar voor vertrek. Menno ging lekker met ons mee, hij ging mee om te klussen en zodoende nog wat geld te verdienen voor zijn vakantie met zijn vrienden, later in juli. We waren helemaal ingesteld op het feit dat we wel eens in lange files terecht konden komen. Maar och we hadden leesvoer bij, 3 laptops, een berg goeie muziek en niet te vergeten een hoop eten en drinken. Dus wat kon ons nog gebeuren. We hadden ons voorgenomen om iedere keer als we stopten, naar de wc te gaan, zodat we wat dat betreft ook niet voor verrassingen kwamen te staan. Afijn de eerste paar honderd kilometers gingen lekker. Menno en ik hadden er al een paar dutjes op zitten, de koffiepot was al half leeg en de eerste broodjes waren ook al genuttigd. Tot we op een gegeven moment iets los hoorden  springen keken Mario en ik elkaar  vragend aan; hoorde jij dat ook? Ja en nu hoorden we dat datgene wat los was gegaan, ergens tegenaan sloeg. Angstvallig keken we in de buitenspiegels naar de banden van de aanhanger. Maar nee, die waren het deze keer niet. En echt heel toevallig,waren we bij een afrit, dus Mario reed ook meteen die afrit op.  Jeetje nu begon het ook nog te stinken, niet normaal. Voorzichtig zocht Mario een plekje om de auto te parkeren. ‘Ik denk  dat we een kapotte band hebben, want hij stuurt zo lastig. Dus hij rijdt de auto een parkeerplaats op, en je zult het niet geloven, maar het was de parkeerplaats van een garage. Ik dacht nog; dat is slim van die Duitsers, die hebben gewoon meteen aan elke afrit een garage. Makkelijk voor mensen zoals wij. Wij vlug uit de auto om te kijken wat er aan de hand was. Ik met mijn nul verstand van auto’s, schop een keer tegen aan autoband. Verdorie dat deed nog zeer ook. Hij was gewoon keihard. Deze is het niet, zei ik tegen Mario. Deze ook niet, en de 2 achterste zijn ook nog hard. Huh, wat was het dan? Tot we opeens een straal olie onder de auto uit zien lopen. Mario doet de motorkap open, en ik kijk verbaasd dat hij weet hoe dat moet! Hij kijkt onder de motorkap, maar ik weet dat hij er toch niks van kent. Hier, zegt ie, dit is kapot, deze band. Oeps,  ja en nog niet zo’n beetje ook. Heel de motor zit onder de olie. Ik  zeg tegen Mario dat ik wel even bij  de garage om hulp ga vragen. Nog in de veronderstelling dat in Duitsland bij iedere afrit een garage zit, loop ik vrij laconiek de garage binnen. Daar zitten 2 mannen van een ijsje te genieten, en ik in mijn steenkolenduits, kunne si emir hilfen, wier haben panne. Ze kijken verbaasd op van hun ijsje. En zeggen in hun vloeiendduits dat ze helaas geen werkplaats hebben, ze verkopen alleen auto’s. Ja wat is dat nou voor onzin, denk ik , een garage zonder werkplaats. Waarom zetten ze die nou bij een afrit neer, daar heb ik toch niks aan? Wat nu? De oudste van de 2 kijkt mij aan en zegt dat hij er zo aankomt, hij wil wel kijken of hij ons toch kan helpen. Kijk da’s nou lief. Ikke blij naar Mario en zeg dat we zo geholpen worden. Tegenover de plek waar we staan is een McDonald’s. Ik krijg al meteen zin in een McFlurry. Het is tenslotte vakantie. Maar ik besluit toch maar even te wachten tot die man zijn ijsje op heeft. En als alles achter de rug is, steken we wel even over voor een ijsje. De lieve man komt 5 minuten later al aangelopen. Hij werpt een blik onder de motorkap. Ik ga weer in de auto zitten, ik heb mijn plicht gedaan. Na 5 minuten kan ik mijn zin in een ijsje niet meer bedwingen en steek de straat over om een lekkere Magnum McFlurry te gaan kopen. Ik neem er voor Mario ook maar eentje mee, Menno wil niet. Er komt nog een man aan en kijkt ook onder de motorkap. Ze beginnen Turks tegen elkaar te praten. Ook dat nog lieve Turkse Duitsers. Ik wist wel dat ze bestonden! En komt nog een derde man bij en ook hij duikt onder de motorkap, en Mario staat er ook nog bij. Gezellig met zijn 4en onder de motorkap. Maar als de koppies één voor eén er weer onderuit komen hebben ze geen goed nieuws. De distributieriem is gescheurd en de losse flarden hebben een leiding kapot geslagen. Door die leiding liep de olie voor de stuurbekrachtiging. Geen wonder dat hij zo zwaar stuurde. Maar wat nu te doen? De lieve man heeft geen onderdelen, maar hij kent wel iemand die misschien wel onderdelen heeft.  Dus hij aan het bellen, maar helaas pindakaas, niemand heeft de bewuste onderdelen. Tenminste niet op zaterdagmiddag om 4 uur. Hij wil ons wel naar de Renault garage brengen, maar ja die is al dicht. Laten we dat maar niet doen, daar schieten we niet zoveel mee op. Ondertussen  heeft Mario al gebeld met de ANWB, om uit te leggen wat er aan de hand is. Die nemen vervolgens weer contact op met de Adac. De lieve man is nog steeds mannetjes en vriendjes aan het bellen om te vragen of zij misschien een nieuwe distributieriem hebben.  Heel misschien heeft hij er eentje gevonden. Maar het onderdeel waar de distributieriem omheen loopt is ook kapot, er is een stuk uitgeslagen. Wij denken dat een nieuwe distributieriem  dan ook snel weer kapot zal zijn. Maar de lieve man denkt dat dat wel mee zal vallen. En de andere 2 mannen beamen dat. Wij twijfelen. Dan komt daar opeens een grote sleepwagen van de Adac aangereden. Hij rijdt de parkeerplaats van de McDonald’s op en Mario zegt tegen mij: ren er eens naartoe, want hij ziet niet dat wij hier staan. Ikke verbaasd: is die voor ons?? Ja da denk ik wel, zegt Mario. Dus ik als een halve gare die straat en parkeerplaats over gerend  en begin te zwaaien tegen de meneer van de Adac. Hij doet zijn raampje open en kijkt mij een beetje lachend aan, en ik weer in mijn steenkolenduits: komme sie voor ein Renault  Espace? Hij knikt en ik weer: wie sind daar -> Ach ja, zegt de meneer van de Adac en keurt mij geen blik meer waardig en stuurt de grote wagen behendig naar de plek waar Mario en de 3 mannen in druk overleg zijn. De meneer van de Adac kijkt ook onder de motorkap en begint ons uit te leggen wat er kapot is. ja hij heeft hetzelfde geconstateerd als de lieve man. Maar hij vind het niet verstandig om er een nieuwe distributieriem op te leggen, omdat hij denkt dat die meteen weer kapot gaat. Precies wat wij ook dachten. Ja wat doen we nu? Ik vind het zo sneu voor de lieve man, hij heeft al zoveel moeite gedaan, maar van de andere kant, het is intussen half 6 en we zijn geen streep verder. dus wij kiezen toch maar voor de optie van de meneer van de Adac. Maar dat betekent wel dat we voorlopig niet verder kunnen rijden. Want hij gaat ons naar een grotere Renault garage slepen in Montabaur.  Maar ja het is nu zaterdagmiddag en de garage gaat pas op maandagmorgen weer open.  Potverdorie! Wat moeten we toch doen intussen? Montabaur, heb je ooit van iemand gehoord dat  ie op vakantie gaat naar Montabaur? Waar ligt het in hemelsnaam? Ik zou het niet weten, ik weet alleen dat we 400 km van ons Nederlandse huis en 1000 km van ons Hongaarse huis verwijderd zijn! Maar we hebben echt geen keus, dus we kijken toe hoe onze fijne auto de sleepwagen op word gereden. Hij kan dus toch nog rijden! Ja maar geen 1000 km, zegt de meneer van de Adac. Vervolgens nemen wij plaats in de gele Adactruck.  De afschuwelijk volgeladen aanhanger word aan zijn trekhaak gehangen en de rit kan beginnen. Nou dat stelt  niet veel voor, we zijn er zo. En inderdaad, de garage is dicht. Zo dicht als een garage maar kan zijn op een zaterdagavond. Dus wij de hoognodige spullen (laptops, camera’s, ieder 2 onderbroeken en tandenborstels) uit de auto gepakt, en de auto en aanhanger geparkeerd. De meneer van de Adac geeft ons nog een lift naar het centrum en wijst ons het, volgens hem, beste restaurant en fijnste hotel. Wij geven hem nog een hand en dan sta je daar. Op een bijna leeg plein in Montabaur.  Nou we gaan maar lopen, naar het hotel. Maar het hotel is vol, ja dat kan er ook nog wel bij, we gaan wel op een bankje slapen vannacht. Maar de juffrouw van het hotel belt naar een ander hotel even verderop, en warempel die heeft nog 3 bedden vrij! Wij blij dat we de nacht niet tussen de zwervers door hoeven te brengen. Dus op naar het volgende hotel. Oeps er staan 4 sterren in de deurmat geborduurd. Ik zie Mario twijfelen. Maar ik zet door, en we lopen over de marmeren trap naar boven. Daar ziet het er al even chic uit. Dan komt de dame des huizes aangesloft. Ooit was het een deftige mevrouw, maar nu is het een klein ietwat krommend vrouwtje met te zwart en te hoog getoupeerd haar. Ze kijkt ons niet aan, maar vraagt wat we willen. Ik wil godverdomme naar Hongarije, dat is wat ik wil! Maar gelukkig  kan ik die woorden nog op tijd inslikken en tover een glimlach tevoorschijn. Habe sie nog plats, vraagt Mario? Nu kijkt ze op en ze snapt er niks van. Plats? We zijn toch niet op de camping zie ik haar denken.  Wier wilte slafen, zegt Mario.  Ooo ja dat snapt ze wel. Ze heeft nog 2 aparte kamers, eentje voor 2 personen en eentje voor 1. Dat komt mooi uit. Wij hebben een slaapplek voor vannacht. Ze wijst ons de kamers en ons Duitse weekendje weg kan beginnen. 

Ja wat kan ik er verder van vertellen, de bedden zijn goed, we hebben gratis gebruik van internet, een fijne douche en een overdadig ontbijt. Zaterdag en zondag hebben we gevuld met lamballen; computeren, slapen, ijsje gaan eten, weer slapen, uit gaan eten, slapen, naar het Slot gelopen, wat heel mooi is, maar waar je niet naar binnen mag.

En eindelijk is het dan maandagmorgen, de dag waarop onze auto gemaakt word  en wij weer verder kunnen met onze reis! We hebben de wekker op 7 uur gezet, het ontbijt afgemeld, want we willen de eerste zijn vandaag bij de garage. Dus hoopvol sjouwen wij met onze spullen richting Renault Montabaur. Aardige mensen, daar niet van, maar we moeten wachten, wachten en nog eens wachten. Dan komt er een monteur die zijn kundige hoofd onder onze motorkap steekt. Ach so, kaput. Och meneer wat een goeie diagnose, daar waren we zelf nog niet opgekomen! Hebben we hiervoor nou een weekend in een suf hotel doorgebracht? Maar na nog wat duwen en prikken komt de monteur tot de conclusie dat de distributieriem kapot is, het ding waar het omheen rolt en een motortje wat in verbinding staat met het reservoir voor de olie voor de stuurbekrachtiging. Hoe dat allemaal heet weet ik niet, want ik spreek geen Duits. Wie fiel koste das?, vraagt Mario. Ungefer 900 euro. Oeps, ik zie dat Mario van kleur verschiet. Nou is hij ook behoorlijk verkouden, dus misschien komt het daar wel door….De monteur gaat weer naar binnen en wij wachten weer. Menno ligt heerlijk te slapen in de auto en ik krijg zowaar ook een dutje. Mario zit zichzelf ondertussen op te vreten en loopt nog maar een naar binnen. Hij belt nogmaals met de ANWB en legt de situatie nogmaals uit. Dat de auto vandaag niet gemaakt kan worden en dat we vanaf nu recht hebben op vervangend vervoer. Ja die voelen natuurlijk al nattigheid, en zeggen dat ze het wel begrijpen maar dat er niks fijner is dan met je eigen auto op vakantie. Mario spreekt af dat we nog even afwachten of de auto vandaag gemaakt kan worden. Ja ik weet ook wel dat ik het liefste met mijn eigen auto op vakantie ga, maar die doet het niet!!! Afijn uiteindelijk krijgen we te horen dat de onderdelen niet op voorraad zijn en besteld moeten worden. #@%$(*&^ Hier waren we dus al bang voor. Wat doen we nu? Ik begin spontaan te huilen en zeg dat ik niet nog een dag langer hier in gat wil blijven. Nee dat willen Mario en Menno ook niet, maar we hebben geen keus. Weer naar de ANWB gebeld en die zeggen nu dat ze voor vandaag geen auto meer kunnen regelen. Ja heeeeeel misschien, maar ze denken van niet, het is al te laat in de middag. Vertel mij wat! We gaan nogmaals met de monteur praten en die garandeert en belooft ons dat de auto morgen echt klaar is! Nouja dan zit er niks anders op dan morgen maar weer terug te komen, zodat we eindelijk verder kunnen met onze reis. Dus we graaien weer wat schone kleren bij elkaar en beginnen maar weer te lopen. We gaan nu een ander hotel zoeken, lijkt het toch of we weer ergens anders zijn. We bellen aan en er komt een mevrouw aangelopen. Habe sie nog plats, vraagt Mario weer. Maar mijn lontje is aanzienlijk korter geworden en ik roep er doorheen: Habe sie nog ein zimmer frei? Al die jaren dat wij in Hongarije kwamen, heb ik overal die bordjes zien hangen, en daar heb ik nu toch maar mooi profijt van! En gelukkig heeft ze nog ein zimmer frei für 3 personen nog wel! Wat zijn wij toch een bofferds. Internet is er gelukkig ook, 1 uur voor 1 euro. Doe maar meteen 2 uur erbij, dat zal ons de kop niet meer kosten. Nadat we onszelf geïnstalleerd hebben op de kamer, gaan we maar weer verder met lamballen. Internetten, slapen, tv kijken, uit eten en weer slapen. 

De onderdelen zullen morgen rond 12 uur binnen zijn en dan gaat het nog zo’n 3 á 4 uur duren voordat het gemaakt is. Dus wij hebben besloten om uit te slapen tot 9 uur en gaan dan genieten van ons LAATSTE Duitse ontbijt. Als we weer terug zijn op de kamer, belt de ANWB. Hier de zaken ervoor staan? Mario vertelt dat we de garantie hebben gekregen dat de auto vandaag klaar is. Mocht dat niet zo zijn, zegt de dame van de ANWB, dan zorgt ze ervoor dat we vandaag een vervangende auto krijgen. Maar dat is hopelijk niet nodig. We mogen nog tot 12 uur op onze kamer blijven, dus na het ontbijt nog lekker allemaal douchen. Dan staan we weer buiten en twijfelen. De auto is pas vanmiddag klaar, dus zullen we ergens op een terrasje gaan zitten, of gaan we eerst maar even langs de garage. We kiezen voor de laatste optie, want het lijkt mij wel verstandig om even ons gezicht te laten zien. We beginnen te glunderen als we zien dat onze auto al op de brug staan en de kapotte onderdelen al verwijderd zijn. De man achter het bureau vertelt ons dat de onderdelen er zelfs al zijn! Nu zijn we helemaal blij, het lijkt wel alsof we opnieuw vakantie krijgen! Maar, zegt de man achter het bureau, het past niet. Het past niet, het past niet, wat is dat nou voor onzin, denk ik! We zijn hier toch bij een echt Renault garage, het logo hangt levensgroot langs de weg! Ja maar dat is het risico als je uit een boek besteld, vertelt de man achter het bureau. Daar heb ik schijt aan. Er was beloofd en verzekerd dat de auto vandaag klaar zou zijn. En dan maakt het mij niet uit hoe het besteld is, al bestel je het bij de Wehkamp. Maar ze zijn nog aan het bellen en misschien kan het op een of andere manier passend gemaakt worden. Dus wij gaan in de wachtruimte van de garage zitten te wachten. Ben ik effe blij dat we niet eerst op een terras zijn gaan zitten. Dan hadden we dit vanmiddag pas weer te horen gekregen. Maar pakt een kop koffie, ik een Duits autoblad en Menno zijn telefoon. Wachten maar. Na een half uur loop ik naar de meneer achter het bureau en vraag of hij al meer weet. Hij zegt tegen mij dat degene die er mee bezig is, even weg is, maar hij is over een kwartier weer terug. Dan wachten we nog maar even. Na een kwartier komt de jongeman ons vertellen dat het echt niet past en niet passend gemaakt kan worden. Dat valt tegen. Dan maar weer de ANWB bellen. Mario kent ondertussen het kenteken uit zijn hoofd. En dat is heel knap, want normaal gesproken weet hij na 3 jaar nog niet wat voor een kenteken de auto heeft. De mevrouw van de ANWB zegt dat we recht hebben op een vervangende auto. Zo dat is snel en positief nieuws. Ze gaat er nu meteen achteraan, en belt snel terug. Een uur later hebben we nog niks gehoord en Mario belt zelf naar weer eens terug. Weer zijn kenteken opgeven en wachten. Degene die ons dossier behandeld is er druk mee bezig, zegt ze. Nou ik ondertussen aardig te twijfelen hoor. Nu worden we echt heel snel terug gebeld. En al die tijd zitten we nog op die harde plastic stoeltjes in de garage. Mario krijgt een telefoontje, en kijkt blij op, er zit schot in de zaak. Maar het is Nelleke. Wel leuk om even wat gezellige praat te krijgen. Nelleke vertelt dat ze al in Hongarije zijn en zitten te genieten aan de rand van hun fonkelnieuwe zwembad. Of mij morgenavond  bij hun komen barbecueën. Ja die denken dat wij al in Hongarije zijn. Mario vertelt hun dat we eerst nog een weekendje Duitsland hebben gedaan, maar dat we graag komen barbecueën. Ze leven met ons mee en speciaal voor ons word de barbecue verzet naar vrijdagavond. Wat een schat zeg!  Ik krijg honger van en besluit een op zoek te gaan naar eten in de auto. Ik vind nog wat zoete broodjes en een flesje drinken en loopt terug naar Menno en Mario. Ik zie dat Mario heel gefrustreerd begint te raken. En weer een uur later hebben we nog niks gehoord. Mario is nu kwaad, en belt weer naar de ANWB. Hij krijgt zowaar degene aan de lijn die ons dossier behandelt. En nu hoeft hij zijn kenteken niet op te geven! Kijk dat begint er op te lijken. Maar nu moet hij wel alle gegevens doorgeven! Hoe zwaar de aanhanger is, of ik dat misschien weet? Haha wat denk je zelf. Ik vind 100 kilo al keizwaar. En of die aanhanger nu 100 of 10.000 kilo weegt, hij is wel heel zwaar. Maar ik snap het niet, want ik ga echt niet met een Golfje ofzo op vakantie. Ik wil een grote auto en die kan volgens mij dan automatisch een aanhanger trekken. We hebben deze auto potverdorie speciaal voor de vakantie aangeschaft…. Gewoon omdat we dat een heeeerlijke auto vinden en er al 2 gehad hebben. Kan lekker veel in en is heel comfortabel. Dat ie nu kapot is, is voor ons Renault hart dan ook geen reden om van gedachten te veranderen.  De mevrouw van de ANWB zegt dat ze nu gaat proberen of ze een auto voor ons heeft. Huh? Wij waren in de veronderstelling dat ze daar al meer als een uur mee bezig waren, niet dus. Vrijwel meteen heeft ze een auto voor ons gevonden, een Opel nogwat. Slik. Grote auto met trekhaak. Ik roep: heeft ie airco? Dat kan ze niet zien, zegt ze. Maar we hebben een auto, maar hij staat 130 km verderop. En we moeten hem zelf gaan halen. Mario vraagt vriendelijk aan de mevrouw van de ANWB hoe ze denk dat wij dat moeten gaan doen? Ja met de trein natuurlijk, luid het antwoord. Nu word ik gek en mijn lontje is op. Ik vraag of ik de telefoon even mag hebben, want ik wil die mevrouw van de ANWB even zelf spreken.  Ik vraag haar of ze wel snapt hoe de situatie hier is. Dat wij al vanaf zaterdagmiddag aan het wachten zijn. Het is nu dinsdagmiddag, dus 3 volle dagen verder. Dat wij de auto zelf niet kunnen gaan ophalen, omdat we geen vervoer hebben. Mens, daarom zitten we hier vast in dit gat! Ik eis dat die auto hier naartoe gebracht word. Dat kan niet, zegt ze, het is 130 km ver, die komen ze echt niet naar U brengen. Ja dat weet ik, zeg ik, het is 130 km richting Hongarije. De richting die wij al sinds zaterdag op willen! Maar het mens is onvermurwbaar, en wil geen kanten op. Ik moet blij zijn dat ze überhaupt een auto voor ons heeft!  O o o  wat ben ik blij! Ik geef de telefoon terug aan Mario want ik weet het nu ook niet meer. Dus loop ik nog maar een keer naar de man achter het bureau. Ik leg hem de situatie nogmaals uit en de lieve man zegt dat we 2 mogelijkheden hebben; of met de trein of een auto huren. Auto huren om een huurauto op te halen, het moet toch niet gekker worden! Maarja de trein zie ik echt niet zitten, dan zijn we lang onderweg. Dan komt Mario er aan en zegt dat die toeta van de ANWB nog een auto voor ons heeft. En die is (maar) 85 km verderop. Jippie lekker dichtbij zeg. Maar het probleem blijft hetzelfde, we moeten hem zelf gaan ophalen. De man achter het bureau gaat voor ons aan het bellen voor een huurauto. Hij heeft meteen prijs en wij ook. Het gaat 94 euro kosten om die te huren. We besluiten om het toch te doen. Mario en Menno gaan samen op pad, en ik besluit om in de garage te wachten. Want de garage gaat om 18 uur dicht. En als we dan niet terug zijn, kunnen we de spullen niet uit de auto halen en moeten nog een nacht hier blijven! Van mijn levensdagen niet! Dus ik ben hier nu maar mijn blog aan het schrijven. Heb ik toch nog iets nuttigs gedaan vandaag. En nu krijg ik zojuist een smsje van Menno dat ze bij de garage zijn, maar dat de ANWB het contract nog niet had opgestuurd. Dus Mario heeft weer naar de ANWB gebeld en ze sturen het nu op. dus als alles meezit, zijn ze over een uur terug met een andere auto en kunnen wij eindelijk verder rijden, op naar Hongarije!!!