dinsdag 31 juli 2018

Viszontlátásra kedves Margit ~ Tot ziens lieve Margit

Ik schreef in mijn vorige blog al hoe ziek Margit was. Helaas is ze op 20 juli overleden. Het zat eraan te komen, we hadden het verwacht, ze kon niet meer beter worden, maar godverdomme wat vind ik het erg! Verdorie zeg, Margit hoorde hier bij ons huisje op de heuvel. Ze kwam bijna dagelijks even aangelopen en riep dan: jó napot, mit csinálsz? Dan vroeg één van ons of ze zin had in een bakje koffie. Ze lustte altijd een klein beetje koffie met 2 scheppen suiker. Dan gingen we even bijbuurten en dan vertrok ze ook weer “omdat wij nog zoveel werk te doen hadden”. Haar kat volgde haar overal waar ze ging en kwam dus meestal ook mee naar ons. Als ze weer naar huis ging, tilde ze haar kat op en droeg haar als een baby mee naar huis. Ze was bijna altijd thuis. ‘S morgens ging ze even naar het winkeltje onder aan de straat, en als ze dan terug liep naar huis zwaaide ze vrolijk naar ons. De rest van de dag rommelde ze wat in en om het huis. Om de week ging ze naar de kerk, met haar mooiste kleren aan. 1 of 2 keer per week met de bus naar Tab, om bij haar zoon en zijn gezin op bezoek te gaan. Of om naar de markt of de kapper te gaan. Ze leefde een rustig leven, zoals de meeste oudere mensen hier in het dorp. Maar ze was wel ónze buurvrouw. De Family Frost wagen, waar Margit vaste klant was, komt niet meer ons straatje ingereden... De post wordt nu bij Manfred afgegeven. De deuren blijven dicht, niks geen kleurige sliertjes meer, die de vliegen buiten moesten houden... Wie zal mijn Trabant nu onderstoppen als het slecht weer is? (Toch maar snel een garage gaan bouwen voor de kisrakéta.)
Wij hebben altijd gezegd, als je een huis in het buitenland hebt is het heel belangrijk dat je goede buren hebt. Iemand die een oogje in het zeil hield als je er niet bent. Iemand die zich afvraagt waarom je er nu nog steeds niet bent. Iemand die blij is als je weer in Torvaj arriveert en verdrietig is als je naar Nederland vertrekt. En die hadden wij! Maar nu zitten we hier alleen en dat is best even wennen. Toen we ons eerste huis kochten hadden we nog 4 buren, nu geeneen meer.  Het schijnt dat Fery in augustus weer naar Torvaj komt. Of het waar is en voor hoe lang dat dan is, dat weet ik niet. Maar ik hoop natuurlijk wel dat het waar is!

Het is zo gek, zo klote. Ik weet nog dat we begin april hier weer vertrokken en dat we nog afscheid gingen nemen bij Margit en dat ze weer zei, dat ze de volgende keer wel op de temető zou liggen. Dit riep ze al een jaar lang. Ik zei steeds, neeee Margit, niet zeggen. Maar de laatste keer werd ze heel verdrietig toen ze het zei. En ik ook.. want ik dacht, ze kan weleens gelijk hebben...
Afgelopen vrijdag was de begrafenis van Margit. Het was een mooie dienst. Eerst een half uurtje een normale mis in de kerk. We konden er niet veel van verstaan, maar omdat wij vroeger altijd verplicht naar de kerk moesten, konden we het heel goed volgen. Het is gewoon hetzelfde als in de Nederlandse katholieke kerk, maar dan in het Hongaars. Dat dan weer wel, haha. De kist gaat hier niet mee de kerk in, maar buiten is een speciaal gebouwtje waar de kist staan, en daar staan dan bankjes omheen. Daar gaat de familie dan naartoe omdat daar een persoonlijk praatje wordt gehouden. En dan gaat iedereen naar het graf, waar ze na een paar weesgegroetjes begraven wordt. Het was een warme dag en halverwege de plechtigheid op het kerkhof begon het te onweren. En was ook regen voorspeld. Maar ik keek naar boven en zei in mezelf: Margit hou je aan je woord. Torvaj nincs. En daar bedoel ik het volgende mee; als we ooit aan Margit vroegen wat voor weer het ging worden, of het ging regenen ofzo, zei ze altijd Torvaj nincs. Dat betekent dat er in Torvaj niks zou vallen. En potverdorie, ze had echt altijd gelijk! En ook nu op het kerkhof viel er niks uit de donkere hemel. Naderhand zei Mario dat hij hetzelfde dacht, Torvaj nincs.


De kat van Margit loopt met haar ziel onder de arm, ze blijft maar miauwen en kopjes geven. Ze is altijd hier bij ons... ze is dol op aandacht, die kreeg ze van haar vrouwtje natuurlijk altijd...We geven haar eten en drinken, maar als wij straks weer terug moeten naar Nederland weet ik ook niet wat er met de kat gaat gebeuren.
De zoon van Margit komt haar wel eten geven enzo, maar de kat heeft nu geen thuis meer. Ik hoop dat iemand anders die taak op zich gaat nemen. Meenemen naar Rooi is geen optie, want ik hartstikke allergisch voor katten. En ik heb natuurlijk mijn kippies al en daar heb ik genoeg aan.

Wat zullen we Margit gaan missen! Maar vergeten doen we haar nooit, ik heb zoveel leuke herinneringen aan haar. Zoals vorig jaar toen ze bij ons aankwam met die lekkere tomaten. Ze had ze gekregen van iemand hier uit het dorp. Even later kwam ze weer naar mij en zei dat ik nog meer tomaten mocht gaan halen als ik wilde. Toen ik zei dat we met de Trabant zouden gaan, begon ze helemaal te glunderen! Of die keer dat ze hier was, toen Manon en Bram met ons wilden skypen. Ze zat met grote ogen te kijken. Manon en Bram helemaal in Australië en toch konden we elkaar zien en horen. Ze zei steeds tegen Manon: gyere Torvajba. Kom maar naar Torvaj. Of toen we nog maar net hier het huisje hadden, en ze zei dat we naar Erzsi moesten gaan. We begrepen haar niet helemaal en dachten dat zij naar Erzsi wilde gaan. We zeiden, stap maar in de auto dan brengen we je er heen. Ze sputterde tegen, maar wij dachten, ze hoeft toch niet met de bus te gaan, wij brengen haar wel even. Wij duwden haar bijna de auto in en reden naar Tab. Daar aangekomen begooen Margit en Erzsi smakelijk te lachen, toen Margit vertelde dat ze ontvoerd was door ons. Of vorig jaar, toen ze in paniek hier aangerend kwam, toen Mario op half elf met zijn motorzaag in de boom hing. Hij was mij keihard aan het roepen, maar ik was binnen aan het koken. Margit keek heel angstig en zie dat ik vlug moest komen, want Mario was heel hard aan het roepen. Ze ging toen oook nog aan Csaba vragen of hij kom helpen. Tja Mario nu niet meer van die gekke dingen doen, want Margit kan je nu niet meer horen...
Lieve Margit, je was onze beste buurvrouw en vriendin die we ons maar konden wensen. R.I.P. Volgende keer schrijf ik een vrolijker stukje, maar ik wilde dit graag even kwijt.