Dubbel genieten in Hongarije
We zouden in oktober voor een weekje naar Hongarije gaan. Maar
het was zo fijn om daar te zijn, en het was zooooo moeilijk om na een week de
deuren weer te sluiten…..
Het landschap was gehuld in de meest prachtige kleuren, de
zon scheen uitbundig. Het gras wat we in de zomer ingezaaid hadden, was nog
uitgekomen ook! Een mooi groen tapijt bedekt met ochtenddauw. Je zou er zo met
je blote voeten in willen stappen, ware het niet dat ik als de dood ben voor
spinnen. En die zitten er, hele grote! De bruidssluier van Manfred hangt te
glanzen in de zon. Zucht wat is het hier mooi….
De vloer in het gastenverblijf is tijdens onze afwezigheid
gestort. Dus kunnen wij mooi verder met het zetten van een nieuwe muur. Dit
doen we in fases, iedere dag een beetje metselen.
Er moeten bogen gemetseld
worden, iets wat we nog nooit gedaan hebben. Maar nadat we een mooi houten
systeempje in elkaar getimmerd hebben, gaat ook dat lukken.
We zijn er gewoon een
beetje trots op dat wij dat toch maar mooi doen… Dit is het leven, samen op de
heuvel een beetje keuvelen. Een beetje klussen, een beetje relaxen. Maar we
krijgen ook regelmatig bezoek, en ook dat vinden we heerlijk. János komt
regelmatig even langs, hij helpt ons met veel praktische zaken.
Hij woont aan
het einde van onze straat, langs het kerkhof. Geboren in Budapest en op zijn 12e
verhuisd naar Duitsland. Daar heeft hij zijn verdere leven doorgebracht, hij is
er getrouwd en zijn kinderen zijn daar opgegroeid. Op een gegeven moment is hij
met zijn vrouw teruggegaan naar Hongarije, naar Torvaj wel te verstaan. Dus hij
spreekt perfect Duits en Hongaars. Tel daarbij op dat het een heel lieve man
is, die tijd genoeg heeft en ons heel graag helpt. Dus je begrijpt wel dat hij
voor ons heel waardevol is! Plus hij kent heel veel mensen uit de omgeving en
weet zodoende waar het beste naartoe kunt als je een goeie timmerman nodig
hebt. Hij was ook degene die met de man op de proppen kwam die het aandurfde om
onze kelder op te knappen. Helaas vinden wij dat op dit moment te duur voor
ons. En dat zit die man nog steeds niet lekker. Hij vind het jammer, want hij
vind onze kelder zo uniek en zo mooi. Dus op een gegeven moment krijgen wij de
uitnodiging om naar zijn wijnkelder te komen kijken. János komt ons ophalen met
zijn Mercedes en op het dooie gemakje tuffen we naar een dorpje verderop ons
daar de man op te halen. Met zijn 4-en rijden we het dorp uit en de bossen in.
Als we bij een open vlakte aankomen zien we allemaal kleine huisjes staan. Het
blijken allemaal wijnkelders te zijn. Het ene nog mooier dan het andere. Als we
de man zijn huisje binnen stappen is het eerste wat Mario zegt: Dit wil ik ook, een mannenhuis! Het huisje is net zo groot als on toekomstige gastenverblijf.
In een hoek staat een klein keukenblokje, langs de muur staat een kachel. Maar
in het midden van de ruimte staat een grote lange tafel. Aan weerszijden staan
houten bankjes.
Het ziet er zo gezellig uit! Maar het meest aandacht trekkende
is toch wel de dubbele deur die open staat. Want daar is het grote pronkstuk,
de wijnkelder. Mooie houten en iets minder mooie RVS wijnvaten sieren de
ruimte. In de nissen achterin liggen wijnflessen.
Hij vertelt trots dat hij de
wijn allemaal zelf maakt. We mogen proeven. Maar dan heeft hij aan mij een
slechte, want ik houd alleen van heel zoete wijn. Oké ik krijg een glaasje
fehér édes aangeboden. Getver, ik vind het niet lekker, maar dat laat ik niet
merken. Het lukt met moeite om mijn gezicht in de plooi te houden. Ik houdt
eigenlijk van mierzoete wijn met bubbels, limonade dus want ik drink ook geen
alcohol. Mario vind de wijn wel lekker, zegt ie. Ik maak wat foto’s en Mario
zegt dat ik vooral een foto moet maken van de kandelaars die in de muren
steken.
Want die wil hij dan ook, als hij zo’n mannenhuis met kelder heeft J. Nadat we een flesje
wijn hebben gekregen om mee naar huis te nemen, krijgen we ook nog een
rondleiding . Goh wat ziet het er leuk uit zeg! Zo gezellig. Op de terugweg ben
ik aan het denken. Ik snap nu wel dat de man het zonde vind dat wij niks aan
onze kelder doen. En dan is onze kelder nog 3 keer zo groot als die van hem… Is
het eigenlijk raar om een wijnkelder te willen ook al lust je geen wijn? Nee toch?
We hebben ook bezoek van Eric en Nicole, vrienden van ons. Zij
zouden 4 dagen naar Budapest gaan. Maar gelukkig ze konden de verleiding toch
niet weerstaan om ons te verblijden met een bezoekje. Het was al een week
heerlijk weer, maar laat het nou net die dag heel slecht zijn. Regen en harde
wind… Als ze bij ons aankomen hebben ze het koud, maar gelukkig staat bij ons
de tegelkachel al lekker te branden en kan Eric zijn voetjes lekker opwarmen
aan de warme tegels.
Als we boterhammen gegeten hebben, gaan we ons mooie
Torvaj aan hun tonen. Maar dat gaat niet zo snel, want overal moeten we even
buurten. Als we bij Ferry onze kroegbaas aankomen, blijven Eric en ik staan
luisteren. Hij is mais aan het malen en dat hoort Eric meteen, niet gek voor
een boerenzoon J Als
Ferry ons voor het hek ziet staan, wenkt hij dat we dichterbij moeten komen. Mario
en Nicole zijn al doorgelopen. Wij willen dat wel eens zien. Het eerste wat mij
natuurlijk opvalt zijn de kippen.
Heerlijk zoals die hier lopen te scharrelen.
Maar de herrie overheerst toch wel en ook ik ga kijken bij Ferry. Hij houdt een
grote zak onder een maalmachine. Bovenin gaan de maiskolven en als die gemalen
zijn, valt het maïsmeel in de grote zak. Ik vraag wat hij daar mee doet. Voor de
dieren zegt hij. Kom maar eens kijken naar de dieren. We komen bij een hok wat vreselijk stinkt, hier
staan de varkens. Wat een grote dieren zeg! Ondertussen probeert het kefjoekeltje
wat er ook rondloopt, mijn broek te ruïneren. Hij krabt steeds met zijn scherpe
nageltjes over mijn benen. Op een gegeven moment vind ik het genoeg en geef hem een zacht doch
dringend duwtje. Er komt een lief oud dametje aan het geeft ons een hand. Het
is de moeder van Ferry. Ze begint volop tegen ons te kletsen, en gelukkig
versta ik het meeste ook. Op een gegeven moment worden wij toch een beetje
ongeduldig, want Nicole en Mario zijn allang thuis. Dus nadat we alles bewonderd
hebben lopen we het poortje weer uit en gaan weer verder. Ik zeg tegen Eric dat
dit veel tijd kostte, hij kijkt me aan en zegt: nee, dit ís tijd. Hier draait
het om, dit is belangrijk. Ik val even stil, en moet hem gelijk geven. Dit zijn
gouden momentjes… We sluiten deze heerlijk dag af in Siófok, waar we hun eerst
vol trots ons mooie Balatonmeer laten zien. Nicole is verbaasd dat het zo groot
is. Maar als je bij de haven in Siófok staat, kun je maar een kwart van het
meer zien, kun je nagaan hoe groot het hele meer is.
Het is koud want het waait
stevig, maar toch krijgen ze er een goede indruk van. We gaan ook nog even een
kijkje nemen in het mooie oude treinstation. We zijn heel verbaasd als we zien
dat een oude man geholpen word met oversteken. Over de rails dus. Normaal
gesproken moet je in een tunneltje onder het spoor door. Maar omdat de man met
een rollator loopt en dus niet over de trappen naar beneden en weer naar boven
kan, mag hij zo oversteken. De conducteur die de man helpt zwaait ondertussen
met een lampje naar de trein die langzaam nadert. Effe wachten, seint hij, want
dit gaat niet zo snel.
Bizar om te zien, maar uiteindelijk staat de oude man
veilig aan de overkant en kan de trein weer verder rijden. Als we nog een hapje
gegeten hebben zwaaien we onze vrienden uit en is deze leuk dag weer ten einde.
Maar niet nadat we gevraagd hebben of ze morgen tegen de piloot willen zeggen
dat wij niet mee naar huis gaan. We hebben besloten om er nog een weekje aan te
plakken. Dus een nieuwe vlucht geboekt en nog een weekje genieten!
En dat hebben we zeker gedaan, want het weer werd steeds
beter. Toen we op vrijdag met onze vrienden Han en Palinka naar Siófok gingen
om te winkelen was het zo’n prachtig
weer, dat ik de driekwarts broek weer tevoorschijn gehaald had.
Een lange broek
was gewoon te warm! En op zondag zijn we nog naar Pécs geweest en toen was het
zelfs 25 graden in het zonnetje. We gingen eerst naar de grote markt en
naderhand nog even de stad in.
Ik was alweer vergeten hoe mooi die stad is. Is ook
al zeker zo’n 12 jaar geleden dat we daar voor het laatste waren.
We hebben ons
vergaapt in de oude St. Petrus dom, door de mooie straatjes geslenterd en een
lekker ijsje gegeten op het Széchenyi plein.
We zien dat de hekken met liefdessloten
er ook nog steeds zijn, maar die waren 12 jaar geleden ook al vol. Dus ik denk
dat ze die regelmatig leegmaken.
Is lekker als je daar ijzerboer bent.
Ja en dan moeten we toch echt terug naar Nederland. Maar ik
wil niet. Ik wil nog blijven. Het leven is hier zoveel rustiger en relaxter….
Maar het zal toch echt moeten. Op naar de volgende keer!
Groetjes, Marti
We zijn jaloers op jullie. Onze vrije dagen zijn op. Volgend jaar zijn wij gelukkig ook weer aan de beurt.
BeantwoordenVerwijderenmooi verhaal weer.wanneer weer terug? ;-)
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk verhaal om te lezen.
BeantwoordenVerwijderenJullie hebben groot gelijk.
Het ìs daar mooi èn relaxt vertoeven.
Koester deze heerlijke momenten totdat jullie 'voorgoed' daar gaan wonen :-)
Heerlijk verhaal weer! Zo herkenbaar.Als je er bent wil je gewoon niet meer weg..
BeantwoordenVerwijderengroetjes ans
Leuk verhaal. Dat hebben wij ook altijd als we er weer zijn. De tijd gaat dan veel te snel. Helaas is er altijd een tijd van komen en ook weer van gaan. Groetjes Pascal
BeantwoordenVerwijderenNa 2 maanden in ons boshuisje moeten wij overmorgen ook weer vertrekken, zo jammer. Het heeft vannacht gesneeuwd en wij beleven voor het eerst de winter in HU. Ik heb genoten van je stukje over je kapsterbezoek, dat durf ik dan echt niet.
BeantwoordenVerwijderen