Oké dan nu het tweede deel van mijn verhaaltje van vorige
maand.
Want ik had nog zoveel te vertellen vorige keer! Dan ben
je maar een paar weekjes in Torvaj en dan maak je nog zoveel mee. Want toen wij
er net waren vertelde onze buurvrouw tegen ons dat de poes zwanger was. Ik heel
blij, ooooo wat lief. Maar de buurvrouw was dus helemaal niet blij. Want nog
een paar poesjes erbij kon ze zich echt niet veroorloven. Ojee. De poes was
normaalgesproken aan de anticonceptiepil. Maar dat was er even bij ingeschoten…
waarom, dat weet ik niet. Ik vroeg wanneer de bevalling was, en ze zei dat het
iedere dag kon gebeuren. Ik vroeg haar wat er dan met de poesjes ging gebeuren
als ze geboren waren. Ging ze die weggeven of verkopen. Nee, zei ze, ze gaan helaas naar onze lieve heer.... Huh, dacht ik, hoor ik dat goed? Ze zag mijn verbaasde gezicht en
ze vertelde me dat ze geen keus had, ze moest wel. Niemand wilde die poesjes en
zelf kon ze ze niet houden. De zwangere poes zat zachtjes over haar buikje te
likken en kon niet anders als denken, je moest eens weten… 2 dagen later hoorde
ik van de buurvrouw dat de poes zoek was. Ze had haar al een halve dag niet
meer gezien, ze had niet thuis geslapen. Ja die poes lag natuurlijk ergens in een
kraambedje. Ze zei ook dat ze maar gewoon af moest wachten, want ze zou vanzelf
wel weer tevoorschijn komen. Toen ze ons de volgende dag vertelde dat ze de poes
gevonden had in het houthok, werd ik een beetje bang. Ze zou toch niet…. Jawel
hoor, de poesjes waren al hemelen. Ik wilde niet weten hoe of wat, maar ik zag
wel dat de buurvrouw het er ook heel moeilijk mee had. Ze had rode ogen en
vertelde emotioneel dat het 2 hele mooi grijze poesjes waren. Zo mooi, zei ze.
Maarja ze had geen keuze. En dan weet je meteen weer dat het leven in een klein
dorpje in Hongarije heel anders is. Ze weet dat het moeilijk is, maar het moet
gebeuren, dus doet ze het. Een paar dagen later komt de buurvrouw bij ons post
afleveren, met in haar kielzog het poesje. Het is als een kind voor haar. Dat zegt
ze ook altijd, ze is dolgek op die kat. Even later begint ze toch weer over de
jonge poesjes, dat het zo’n mooie kleine grijze poesjes waren. En ze zegt dat de kat
nu weer aan de pil is. En meteen daarna horen we een plons. Kat te water! De buurvrouw
begint in paniek naar het zwembad te rennen. Mario vliegt naar de bladhark en
rent als een dolle naar het zwembad. Als hij de bladhark voor de kat houdt,
springt ze erop en Mario zet haar weer op het droge. Och och die arme
buurvrouw, ze is helemaal ontzet. Bijna was het poesje verdronken. Als de kat
even later in de zon zit om te drogen is de rust weder gekeerd. Pfff en daarom
doen wij nu al een tijd zo moeilijk om dat afdekzeil voor het zwembad. Nu lag
er alleen het zomerzeil op en daar dacht de poes overheen te kunnen lopen. Ik
moet er niet aan denken dat dit was gebeurd als wij er niet bij waren. Of dat
het gebeurd met een kindje. Wij wilden een veilig zeil waar een kindje veilig
overheen kan lopen. Eentje wat je ’s morgens oprolt en ’s avonds weer
dichtmaakt. Helaas is dat nog niet steeds niet gelukt.
Wat wel gelukt is, is het tuinhuisje! Het staat er! Nadat
de betonvloer uitgehard was, zijn Mario en ik aan de slag gegaan. En dan ging
nog best snel ook. Het is gewoon een kwestie van de planken in de juiste
volgorde opstapelen.
En het is nog leuk ook, want je ziet het letterlijk onder
je handen een huisje worden. Omdat het een tweedehands huisje is, hebben we de
boeiboorden en 2 onderste planken vervangen.
Het dak moesten we in stukken meenemen, want je kunt
geen dakplaten van 3 vierkante meter op een gewone aanhanger vervoeren. Dus is
het dakleer doormidden gesneden en dat betekent dan weer dat het dak ook
vernieuwd moet worden. Maar ook dat hebben we mooi opgelost door er dakshigles op
te leggen. Toen Mario zo op het dak zat, was het echt bloedheet!
Hij was
verplicht om zijn lange broek aan te houden, anders bleef hij met zijn billen
aan de shingles plakken.
Het tuinhuisje is hier nog donkerbruin, maar dat ga ik
van de zomer wit met blauw schilderen. Ja het moet natuurlijk wel bij de andere
gebouwen passen. Maar ik vind het nu al leuk staan!
Ja en we kregen deze vakantie ook minder leuk bericht.
Want onze buurman vertelde mij op een gegeven moment via messenger dat hij naar
Engeland vertrekt om te werken. Ik schrik er van! Want zolang als wij ons
huisje op de heuvel bezitten is Fery een hele goede buur voor ons geweest. Hij
heeft samen met Margit altijd een oogje in het zeil gehouden als wij in
Nederland waren. Als er zware dingen naar boven gesjouwd moesten worden, Fery
was de eerste om ons te helpen. De laatste jaren hield hij voor ons het gras
bij. Ik heb genoten van zijn kippies en ganzen. Sinds we de Trabant hebben,
mogen we die bij hem op het erf parkeren als we weer naar Rooi zijn. En zo kan
ik nog wel een tijdje doorgaan…. Wat zullen we hem gaan missen, want hij wil
voor langere tijd daar blijven. (Achteraf gezien misschien wel net op tijd, nu
de Britten voor de Brexit hebben gestemd. Je weet niet wat er nog allemaal gaat
gebeuren.) Maar het meeste van alles zal ik toch wel zijn glimlach gaan missen!
Hij lacht altijd, ik heb hem zelden anders gezien. Maar van de andere kant
begrijp ik het wel. Dat beetje geld wat ze in Hongarije verdienen…. En zijn
grote liefde gaat ook mee, zijn broer en zijn dochters wonen en werken al in
Engeland. Dus ja, wat houdt hem tegen? Voor ons gras heeft hij al een opvolger
geregeld, een neef gaat het nu doen. Maar even afwachten of dat allemaal goed
gaat. En voor zijn eigen gras heeft hij een andere oplossing gevonden, gewoon
helemaal doodgespoten. Tenminste dat denken wij, want zijn erf is als enige in
de buurt helemaal dor en geel. Er staat geen sprietje gras meer. Is ook een
oplossing. Als de nieuwe grasmaaier ons niet bevalt kunnen wij dat natuurlijk ook
nog altijd doen, haha. Een week voordat wij naar huis gaan, is Fery al
vertrokken naar Engeland.
Maar het allerleukste wat we meegemaakt hebben is toch
wel het dansfeest! We kregen de uitnodiging van de burgemeester toen we de gele
kliko’s gingen ophalen. We waren nog nooit naar zo’n feest geweest, dus we
waren heel benieuwd hoe dat er aan toe zou gaan. We werden om 19:00 uur
verwacht in het cultuurhuis. Zeg maar den Beckart van Torvaj. Het is een
zaaltje met een podium, waar gegeten en gefeest kan worden, erlangs is een
klein kamertje waar de drank en de biertap staat. Een toilet is er niet,
daarvoor moet je naar een huis schuin tegenover aan de andere kant van de
straat. Wij kwamen binnen en werden natuurlijk ontvangen met een pálinka. In
het zaaltje stond aan de ene muur een lange eettafel en aan de overkant stonden
allemaal lege stoelen tegen de muur. Naast elkaar. Zoals dat bij ons 40 jaar
geleden ook was. Het zat al gezellig vol en we vonden nog een plaatsje naast
Johny. Gezellig kunnen we tenminste ook wat buurten. Het was een mengelmoes van
Hongaren, Duitsers en wij als enige Nederlanders. De burgemeester kwam zelf het
eten mee rondbrengen. We kregen een bord vol met Hongaarse kost. Dat betekent
een soort stamppot en vlees, veel vlees. En potverdorie het was echt erg
lekker, een complimentje voor de dames uit Torvaj die dit heerlijke eten
gekookt hadden! Want in zo’n dorpje komt geen catering of zo aan te pas, alles
wordt door de bewoners zelf klaargemaakt. En dat vind ik nou zo mooi! Het is
een dorpje van zo’n 300 inwoners, maar ze organiseren het toch maar weer. En
wat is het dan geweldig dat je daar deel van uit mag maken! Als toetje kregen
we een lekker gebakje en ons buikje was weer rond. En dan begint de zenekar te
spelen. Ze zijn met 6 man sterk en het gaat hard!
Nou ben ik toch heel veel
gewend wat herrie betreft… Maar dit gaat maar door en door en door. Op een
gegeven moment werd ik er tureluurs van…
Maar er wordt flink gedanst door veel
mensen. Dus het zal toch wel mooie muziek zijn. De stoelen tegen de muur werden
steeds voller, want er kwamen nu ook mensen binnen die niet meegegeten hadden. En
die moesten ook gewoon entree betalen. Van buurten kwam nu trouwens niks meer
terecht, want die zenekar had bijna geen pauze.
Op een gegeven moment kwam er
een man aan Mario vragen of hij met mij mocht dansen. Mario keek hem heel
verbaasd aan en ik zag hem denken, wat gebeurt mij nou? Ja natuurlijk mag dat,
zei Mario. Geen probleem, vroeg de man nog. Nee, nee, geen probleem zegt Mario
lachend. Dus die man komt naar mij, maakt een kleine buiging en steekt zijn
hand uit. Hij vraagt of ik met hem wil dansen. Ik zeg tegen de dappere man, nee
ik kan niet dansen. Niet dansen, niet dansen, ik zie de man kijken van, ik
geloof er geen snars van. Iedereen kan toch dansen???? Nou ik dus niet. Toen ik
een jong meisje was konden al mijn vriendinnen dansen, behalve ik. Ik vond dat
zo saai, ik hield er gewoon niet van. Ik was meer van het headbangen en van het
bumpen. Wat dat deed je in de jaren 70, bumpen en in een rijtje naast elkaar
los dansen. Allemaal dezelfde stapjes. Maar mijn vriendinnen wilden toch dat ik
leerde vast-dansen. Dus zij hebben mij dat geleerd, met als gevolg dat ik een
beetje kan dansen als een man. Dus toen ik nogmaals tegen de man had gezegd dat
ik echt niet kon dansen, droop hij af. Arme man, had hij toestemming gevraagd
aan Mario… Hij ging vervolgens naar het rijtje met stoelen en vroeg de ene na
de andere vrouw, maar allemaal zeiden ze nee. De ene greep naar haar rug en de
andere begon gauw over haar voeten te wrijven. Ik had met hem te doen. En die
zenekar bleef maar doorgaan, mijn oren begonnen te tuuten. En toen er na een
tijdje een dronkenlap kwam, die mij de dans vloer op wilde slepen, was ik het
beu. En toen moesten ook nog de tafels opgeruimd worden zodat de dansvloer
groter werd…. Het was mooi geweest, maar nu was het tijd om op te staan. Het
was een beetje een cultuurschok, maar ik had voor geen geld willen missen. Goh
wat mis ik het daar…
Groetjes,
Marti
Geen opmerkingen:
Een reactie posten