Oftewel, we gaan maar weer verder. Verder met hobbyen in
het huisje op de heuvel. Want om de zoveel tijd komt er een aanbieding in de mail
van Wizzair en dan begint mijn hartje weer wat sneller te kloppen. Want ook al heeft Mario het heel druk met
werk, als je voor 36 euro met zijn tweeën van Eindhoven naar Budapest, en weer
terug, kunt vliegen, dan moet dat toch maar ergens tussen gepropt kunnen
worden. Dus hadden we 5 daagjes Torvaj voor de boeg, van donderdag tot dinsdag.
Dat is niet lang, maar o zo fijn om weer even op de heuvel te zijn. Om over je
landgoed(je) te lopen en de frisse lucht op te snuiven. Tenminste als ze niet
aan het stoken zijn, want dan is de lucht niet zo fris en moet je snel de was
binnenhalen.
Mario duu dè ok zo gere, un fikkie stoke. Oftewel, Mario
maakt ook graag een vuurtje. Dus dat heeft hij ook deze keer weer gedaan. Door de
jaren heen was er een grote houtstapel ontstaan aan de rand van ons bos(je).
Maar omdat we daar wat bomen omgedaan hadden, lag die houtstapel nu een beetje
midden op het grasveld. Dus heeft hij het goede hout verplaatst en het slechte
meteen opgestookt. Een ontspannen klusje voor iemand die normaal gesproken
altijd op kantoor zit.
Meteen de eerste dag dat we er waren kwam onze buurvrouw
met een tasje met post. Ze kwam even binnen voor een kopje koffie en een
praatje. En soms is zo’n praatje nog best wel lastig voor ons. Want ze had het
over onze wei, schapen, luzerne, János en over een ander vrouwke. Een beetje
een raar verhaal, maar uiteindelijk begrepen we het. Een beetje dan… Ze zou
terugkomen met dat andere vrouwke. Ondertussen was ik al aan het fantaseren
geslagen. Zouden we schapen in onze wei krijgen? Dat zou toch leuk zijn! Wel de
lusten, maar niet de lasten. Onze wei werd eerst altijd Feri, de kroegbaas, bijgehouden.
Meestal stond er luzerne op, wat als veevoer voor zijn varkens diende. Maar
sinds Feri afgelopen augustus overleed, lag onze wei er ook maar troosteloos
bij. Mario had al geopperd dat hij nu toch echt een tractor nodig had om zelf
de wei bij gaan te houden. Wat hij er dan mee wilde gaan doen? Geen idee…
Die middag kwamen de dames dus samen aangelopen en wij
kenden de mevrouw niet. Nadat we ons elkaar hadden voorgesteld vroeg ik hun binnen
voor koffie. En die koffie van ons vinden ze maar raar. Margit zegt altijd dat
ze maar een halfje wil. Want in Hongarije drinken ze normaal gesproken
espresso. Dus lekkere sterke koffie. Dus zo’n grote kop van dat slootwater
vinden ze maar niks. Maar deze mevrouw vond het lekker! Ze bleef het maar
zeggen en samen met Margit zat ze zich te verbazen over de grote mok Hollandse
koffie. Maar toen, toen moest er weer serieus gepraat worden. En omdat wij er
echt niet veel van snapten, besloot Mario om János erbij te gaan halen. Want die
was vanmorgen al benoemd, dus wij waren er voor het gemak vanuit gegaan dat hij
er nu bij zou zijn. Hij tolkt wel vaker voor ons, als om serieuzere zaken gaat.
En dit leek ons best serieus. Toen János er was gingen we maar meteen naar de
wei, want daar ging het tenslotte om. Er werd gepraat en gewezen en toen kwam
het hoge woord eruit. Of de mevrouw onze wei kan pachten.
Ze wil er luzerne
gaan zaaien als voer voor haar schapen. Jammer, dus geen schapen in de wei. Nee
zegt ze, want dan moet het omheind worden en dat is veel te kostbaar. Oja natuurlijk,
daar had ik weer niet aan gedacht. De schapen staan gewoon achter haar huis in
de wei. Nou wij vinden het een goed plan! Zo wordt de grond weer bebouwd en zij
is ermee geholpen. Het gaat dan wel om een periode van een jaar of 4 a’5, want
de eerste jaren is het niet veel soeps. Nadat ze weer met János heeft
gesproken, vraagt ze een beetje verlegen aan ons wat we er voor vragen. Niks,
helemaal niks, zeggen wij. Ze vraagt het nogmaals, en wij zeggen nogmaals niks.
Stel je voor zeg…. Nee we zijn blij dat het nu bijgehouden wordt, dus we
schudden elkaar de hand en de deal is gesloten. Dan zegt ze dat we lekkere
worst van haar krijgen als dank. Wij bedanken haar en ik kan niet anders denken
dan, als het maar geen schapenworst is….
Ut waar tog zon skôn weer! Meaning, het was zo’n lekker weertje.
En daarom hadden we besloten om de Trabant onder zijn afdekzeil vandaan te
halen en hem lekker even uit te laten razen. Dus zijn we lekker naar Siófok
gereden om daar een ijsje te gaan eten.
En als je dan over de nieuwe weg rijdt
en het zonnetje schijnt naar binnen, dan ruikt ie nog veel lekkerder als
normaal. Ik weet niet of je die geur kent, zo’n typische geur die in een muf
oud autootje hangt. Heerlijk vind ik dat! Maar tegen de tijd dat we in Siófok
waren aangekomen, was de zon weg en was het echt koud geworden. Maar wij zijn
geen watjes, dat ijsje ging er toch wel in hoor.
Maar toch kon je al een beetje
de lente proeven, want de struiken beginnen al weer uit te lopen. Ook heb ik de
eerste wesp alweer gespot. Hij was nog een beetje loom, kwam denk ik net uit
zijn winternestje.
Ik wilde tijdens deze korte break heel graag verder gaan
met het stuken van de muur in de badkamer van het gastenverblijf. En dat heb ik
ook gedaan, maar klaar is het nog steeds niet. Want ik zeg altijd: och we doen
mar wè, we frotten mar wa heene. Wat eigenlijk betekent, we doen het zo goed als
we kunnen, maar we zijn geen profs. En dat betekent dat de muren niet helemaal
waterpas en strak gemetseld zijn. En dat betekent dan weer dat er soms een
dikke laag stuc op moet en soms een flinterdun laagje om het een beetje glad te
maken. Want het is toch wel handig dat er gewoon een wastafel en een spiegel
opgehangen kunnen worden… En als het allemaal hult-en-bult is, is dat toch een
beetje lastig. Dus ik kreeg het niet in één laag zoals ik het wilde hebben.
En
omdat ik dus moest wachten totdat ik de 2e laag erop kon zetten, ben
ik verder gegaan met het project mooi raampje. Dat raampje was van origine
gewoon rechthoekig. Maar omdat de muur bijna een meter dik is, leek het mij
leuk als het raampje schuin toeloopt, zodat het aan de binnenkant groter is. De
bovenkant is halfrond geworden. Snap je het nog? Aan de buitenkant een gewoon
raampje en aan de binnenkant schuin toelopend met een halfronde boog. Jaja dat
had ik mooi bedacht…. Maar het uitvoeren ervan was een ander verhaal. Eerst een
malletje gemaakt zodat het overal even schuin was. Na het weghakken van het leem wilde ik dat aan
de binnenkant gaan stuken. Maar je kunt niet zomaar op de leem gaan stuken, het
moet ergens aan kunnen hechten. En een echte stukadoor gebruikt hier van dat
blauwe gaas. Maar omdat wij maar wa heen frotte, moest er eerst een gipsplaatje
tegenaan komen.
Daar ben ik mee begonnen, maar dat is nou halverwege want toen
moesten we alweer terug naar Nederland. Het was kort maar krachtig en we hebben
genoten!
En over un por weeku ziemme mar wir wijer wamme gedôn kunne
krijgen.
En een paar weken zien we wel wat we allemaal kunnen
doen.