donderdag 30 januari 2014

Omheining in Hongarije

Of beter gezegd, het ontbreken ervan. Want we zijn nu al een tijdje bezig om dat te proberen te realiseren. Maar dat valt nogal niet mee, als we elkaar niet zo heel goed begrijpen… Het omheiningsverhaal speelt al een paar jaar. Eigenlijk al sinds wij ons eerste huis kochten. Ik had al meteen zoiets van: dit is mijn plekje daar blijft iedereen vanaf. Is toch een beetje de Hollandse mentaliteit denk ik. Mario was daar veel relaxter in, die zei steeds: dat komt wel een keer. Maar als we aan het plannen waren welke klus we aan zouden pakken, dan zei ik steeds dat ik omheining wilde. Kijk we hebben natuurlijk wel een soort van omheining, maar ja, dat is zo oud, daar is niet veel meer van over. 


Hier en daar staat nog een houten paaltje, of iets wat daar ooit voor door heeft moeten gaan. Met aan de voorkant een ijzeren hek, wat wel tig keer overgeschilderd is en ook niet meer helemaal recht staat en hangt. Maar er staat een hek! Doppen van de haarlak dienen als bescherming voor de palen. 


Sinds een tijdje werkt de klink niet meer, die hangt heel treurig naar beneden te kijken, dus je moet met je vingers dat ding wegdrukken in de hoop dat je er geen blauwe vingers aan over houdt… Maar hij kan wel op slot, dat dan weer wel.


Omdat bij ons in het dorp een goeie omheining-bouwer zit, besloten we om hem dan in te schakelen. Dat is bijna 2 jaar geleden. Hij kwam kijken en hij kon het wel maken. Maar eerst moest het kadaster komen om precies de grens te bepalen. Die kwamen, daarover heb ik uitgebreid verteld in mijn blog van augustus 2012. Nou de grenspaaltjes stonden er, nou zou het klusje zo geklaard zijn, dachten wij. Niet dus. Eerst moest er nog een hoop grond en puin verplaatst en opgeruimd worden. Nadat dat gedaan was, hield niets ons meer tegen. Ondertussen waren wij alweer terug in Nederland, want ja zo gaat dat als de vakantie voorbij is en de plicht roept. Maar de omheining-man was wezen meten en had goed begrepen wat wij wilde hebben. Dus hij zou de offerte naar ons opsturen. Die kwam keurig per mail, maar er waren toch wat onduidelijkheden. Dat zouden we wel bespreken als we weer in Torvaj waren. Maar toen kwam er een kink in de kabel in de vorm van het 2e huisje wat we erbij konden kopen. We spraken toen af met de omheining-man dat we even wilden wachten, want alles ging nu veranderen. Want ik hoef geen omheining tussen onze 2 huisjes.

Eens hing hier de grote poort aan...

Maar nu hadden we opeens een hectare grond bij. En dat is toch wel erg veel om te omheinen. En een groot gedeelte daarvan word bijgehouden door Feri, die iets verbouwd op onze wei. En dat willen we voorlopig zo maar laten, want anders moeten we het allemaal zelf bij gaan houden…. Dus kwamen we tot de volgende oplossing. We willen aan de voorkant en zijkant bij de pad omheining, maar aan de achterkant voorlopig dus niet. In het voorjaar kwam de omheining-man weer langs en bespraken we welke soort omheining  we willen. Dat was duidelijk, dachten we. Maar hij had toen geen tijd om het te maken. Want het liefste hebben wij dat het gemaakt wordt als wij daar zijn. Dus van de zomer zouden we het laten gebeuren!  Maarja toen waren wij niet veel thuis omdat Manon toen ziek werd. Om een lang verhaal kort te maken, (voor zover als dat gaat) er was sprake van miscommunicatie. Op de allerlaatste dag kwam hij ’s avonds laat langs. En toen was het donker. Ja dat haalde dus niks meer uit. We spraken af dat hij in oktober terug zou komen. En dat deed hij, in de avondschemer. Maar met behulp van een goeie zaklamp konden we toch aangeven waar de omheining moest komen te staan. Het hek zou iets naar voren geplaatst worden en daar omheen zou dan de nieuwe omheining komen. Maar dat vond hij zo raar, dat is echt niet mooi zei hij steeds. Ja dat weten wij wel, maar we willen op ons gemak een nieuwe poort kopen. Zorg nou maar gewoon dat het er staat. Want we willen het nu echt dicht hebben. Want er staan bij ons op het erf veel, heel veel vlierbessenstruiken. En eerst waren Erszi en János de enige die de vlierbessen plukten. Hadden wij geen enkel probleem mee. Maar waar ik wel een probleem mee heb, is als het halve dorp bij ons in de tuin rondloopt om vlierbessen te plukken. Ik jaag ze dan ook regelmatig weg, behalve Gyula, die mag dat. Hij vraagt het altijd en is ook heel vriendelijk. Maar de Hongaren hebben de vervelende eigenschap dat ze op een andere manier plukken als wij dat gewend zijn. Ze breken gewoon hele takken af en halen er dan de bessen af. De takken laten ze voor wat het is en voordat je het weet heb je allemaal van die misvormde struiken met een hoop dood hout. Ja dat mag dus niet van mij. Op een gegeven moment dacht ik zelfs, kap al die vlierbessenstruiken maar om, dan zijn we van het gezeik af. Maar ik heb zoiets moois gezien dat dat dus echt niet gaat gebeuren! Want de Hongaren zijn niet de enige die er dol op zijn, de vogels komen er ook massaal op af! 


Toen van de zomer Manon zei dat er weer 2 meisjes aan het plukken waren, maar ditmaal bij haar vlak langs de caravan toen was de maat voor mij vol! Ik had die meisjes al 2 keer weggejaagd! Potverdorie. Maar het kan nog erger hoor. Op een gegeven moment staat er iemand te roepen halverwege de heuvel. Ik loop er naartoe en zie dat er een vreemde auto geparkeerd staat onder aan de pad. Er zit een struise zigeunervrouw in. Tegen de auto leunt een jongere man en de man die staat te roepen is duidelijk de baas van het stel. Er staan ook lege kratten naast de auto. Hij begint met csókolom. Dit betekent letterlijk: ik kus je hand.  Iets waar ik niet zo van gediend ben bij vreemde mannen. Ik zeg niks terug, want ik vertrouw het niet. In mijn ooghoek zie ik dat Péter, onze burgermeester de hoek omkomt en naar ons komt gelopen. De zigeuner vraagt aan mij of ze bessen mogen plukken. Ik zeg dat ik dat niet wil. Waarom niet, vraagt hij. Ik vind dat ik hem geen verklaring schuldig ben en zeg nogmaals dat ik het niet wil hebben. De struise vrouw komt uit de auto gekreund en begint zich er tegenaan te bemoeien. Ik ben totaal niet onder de indruk en de man wijst naar een andere struik en vraagt of ze daar mogen plukken. Ik zeg natuurlijk weer nee en voel me kwader worden. Potverdorie flikker gewoon op! De struise vrouw staat nu te schreeuwen en te wijzen en ik begrijp er geen bal van. Maar ze is het niet met me eens dat is duidelijk. Ik ga steeds rechter staan en ben strijdvaardig, ik moet hier mijn fort verdedigen! Hij blijft maar praten en als blikken konden doden, was hij ter plekke van de heuvel afgerold! En dan is de burgermeester er. Hij gaat naar de zigeuners toe en er vallen harde woorden. Hij wijst en jaagt ze gewoon weg. En het helpt, ze gooien de kratten in hun aanhanger en druipen af. Péter zwaait naar mij, draait zich om en loopt weer weg. Zo dat varkentje hebben wij mooi gewassen. Maar als ik weer gekalmeerd ben denk ik wel, wat zou er gebeurd zijn als wij niet thuis waren geweest? Dan denk ik wel dat Margit ze weggejaagd zou hebben, maar toch. Ik vind het geen fijn idee, want ze weten nu wel dat er buitenlanders wonen die er niet altijd zijn….Voordat we naar huis gingen heeft Mario provisorisch een poort gemaakt aan de zijkant waar de pad is.

Ja en nu is het winter in Hongarije en we hebben nog geen omheining. Hij zou het eigenlijk doen als wij er niet waren, maar hij twijfelt heel erg. Want dat is toch niet mooi, een oude poort bij nieuwe omheining. Pffff moe word ik er van.. Dus uiteindelijk hebben we besloten dat hij het gaat doen als wij er volgende week weer zijn. Maar dat zal nog niet meevallen als er sneeuw ligt en het vriest keihard. Dus ik heb zo angstig vermoeden dat het nu ook niet gaat gebeuren.

Zo moet het er bij ons ook uit komen zien.

Kijk ik heb absoluut niet de illusie dat een omheining stoute mensen en boeven tegenhoudt. Maar je geeft wel een teken af, tot hier en niet verder! Er is bij ons ook niet veel te halen, allemaal ouwe meuk. Spullen die we thuis niet meer nodig hebben of gekregen van iemand of gratis van MP… We hebben bv ook alleen televisies met een dikke achterkant. En weet je wat zo’n ding weegt? Heel veel. Ga daar maar eens onopvallend de heuvel aflopen, haha dat gaat bijna niet lukken. En met een auto kun je niet bij onze huisjes komen.  Maar ik weet wel, dat de spullen voor iemand die niks heeft, wel waardevol zijn. En eigenlijk voor ons ook wel, want je moet er toch niet aan denken dat je na een lange reis ’s nachts bij het huisje op de heuvel aankomt en er blijkt geen bed meer te staan! Dan hebben we dus echt een probleem, want waar moeten we dan toch slapen? In de auto gaat niet lukken want die zit altijd afgeladen vol met zooi. Een hotel is er in Torvaj of omstreken ook niet te vinden. En als blijkt dat de Senseo gejat is, dan kan Mario geen koffie drinken, ojee wat erg! Ik bedoel maar te zeggen, qua geld is het niet veel, maar toch zijn onze spulletjes ons heel dierbaar en daarom hoop ik dan ook dat die omheining er dan toch eindelijk eens gaat komen!

Groetjes,
Marti