maandag 11 juni 2012

Over grondzaken en blind date's


Als een dief in de nacht vertrokken we uit het ene huis en als een dief in de volgende nacht kwamen we aan in het andere huis. Wat waren we er aan toe zeg…even weg van al die sores die ongevraagd over ons heen was gekomen. De reis verliep voorspoedig op een paar kleine files na. Maar dat hadden er veel en veel meer kunnen zijn. Want het viel ons op een gegeven moment wel op dat er zoveel vrachtwagens op de parkeerplaatsen stonden. Het stond er echt helemaal vol mee. Maar toen wij 's avonds om iets voor tienen de Hongaarse grens passeerden toen werd het ons wel duidelijk. Op Hemelvaartsdag mochten er geen vrachtwagens rijden in Duitsland en Oostenrijk! Een kilometers lange rij vrachtwagens stond klaar om de Oostenrijkse grens over te gaan. Jeetje daar hebben we geluk mee gehad.
De eerste morgen worden we om half 11 wakker gebeld door de meubelzaak, ons bankstel is binnen en ze wille het komen brengen. Slaapdronken zegt Mario dat dat nu een beetje lastig is, want we zijn niet thuis. Dus we bellen wel als we thuis zijn om een afspraak te maken. Fijn dat de nieuwe bank er al zo kan zijn, alleen nu zijn we wakker. Ikke klaarwakker en Mario iets minder wakker… ik besluit nog even te blijven liggen en ga verder in mijn boek van Saskia Noort. Als Mario weer in een diepe slaap verzonken is vind ik het mooi geweest en ga mijn bed uit. Eerst maar eens een rondje over ons landgoedje.   De zon verwelkomt me uitbundig als in de deuren open zet. De vogels fluiten en de bijen zoemen in het gras. Heerlijk ik ben weer op het fijnste plekje van de heeeeel wereld! Nouja voor mij dan. Ik loop naar het hekje en zie daar de volle aanhanger staan. Terwijl ik dromerig naar beneden kijk denk ik: we hadden die aanhanger ook zo naar de stort kunnen brengen, waren we het ook kwijt geweest….. Maar dan denk ik  aan de dankbare gezichten van de mensen hier en ik weet weer waar we het voor doen. Mario had gisteren in de auto uitgerekend dat die aanhanger ons 50 euro extra kost aan diesel, enkele reis. Ik geef er niks om, zei ik nog. En dat is ook zo, al kostte het 100 euro extra dan nog wil ik het doen. Het vele werk dat ik ermee heb, ik doe het met liefde. Ik hou van mijn buurtjes en vrienden hier in Torvaj! Bij ons word zoveel weggegooid en de mensen hier zijn er nog dolgelukkig mee. Ik loop verder de tuin in. 


De kersen zijn nog niet rijp, de acacia’s staan volop in bloei en ach het fluweelboompje heeft het niet gehaald. Het foeilelijke half dode appelboompje hangt vol met piepkleine appeltjes. De druivenstronken die voor het huis staan doen ook enorm hun best en de eerste ieniemienie druifjes zijn een feit. 


Het gaat gewoon door als wij in Nederland zijn. Ik ga naar binnen en ga de tafel dekken. Als we gegeten hebben gaan we alweer op pad. We hebben afgesproken met vrienden van ons die morgen alweer naar huis gaan, hun vakantie zit er op. En zo zit onze eerste dag er ook al weer op.

De volgende dag  gaan we naar Erzsi en Géza. Want onze kelder moet opgeknapt worden en misschien dat zij iemand weten die dit klusje kan klaren. We hadden het er in oktober al met hun over gehad en toen zeiden ze dat ze rond zouden vragen. Als we daar onaangekondigd aankomen  blijkt dat ze hun keuken aan het verbouwen zijn. In de kamer waar je binnenkomt staat het keukenblok opgesteld. In de keuken zelf zijn de muren opnieuw gestuukt en daar komt dan nog weer behang overheen en de oude tegeltjes bij het keukenblok worden vervangen door nieuwe tegeltjes. Mario vraagt aan mij: is dat de oude keuken of de nieuwe? Ik zeg tegen hem: dat is de oude en de nieuwe. Want dat had ik al wel begrepen, als alles klaar is word het keukenblok gewoon weer teuggeplaatst. Op onze vraag of ze al iemand op het oog hebben voor de kelder van ons, begint ze te knikken en pakt de telefoon. Ze gaat iemand bellen. Maar die man is niet thuis en we spreken af dat ze morgen nog een keer belt en dan naar Margit belt om door te geven wanneer ze langskomen. Mooi zo dat lijkt geregeld. Ook zijn we vandaag werkvolk gaan regelen bij onze overburen. Die hadden al vaker gevraagd of ze ons ergens mee konden helpen. Het liefste doen we alles zelf, maar dat gaat nou eenmaal niet lukken. Nem elég idö. Niet genoeg tijd. Dus hebben we besloten dat het tijd is om hulp te vragen. Ja natuurlijk komt hij helpen, hoeveel dagen moet ie komen? Één week zeggen wij. Moet zijn zwager ook meekomen? Ja graag, zeggen wij, dan gaat het lekker snel. Is goed, maandagmorgen om 7 uur zijn ze er…… het zal mij benieuwen.
Zondag krijgen we bezoek van Silvi en Hein. Beetje spannend want we hebben elkaar nog nooit in het echt gezien. We kennen elkaar alleen nog maar van de mailtjes en internet. We hebben natuurlijk een groot raakvlak en dat is een huis in Hongarije. We zijn allevier even gek op dit land. Dus eigenlijk hoef je je geen zorgen te maken ... en inderdaad het was ook heel gezellig.


Kan ook niet anders want het zijn ook Brabanders, haha. Een paar koppen koffie en een mik later gaan we met zijn vieren richting Kísbarapáti, naar Jan en Linda. Die kennen wij natuurlijk al wat langer, maar voor Silvi en Hein is dat hun 2e blind date van vandaag. We worden gastvrij ontvangen en voor je het weet zitten we gezellig met zijn allen onze ervaringen uit te wisselen. Als we tegen Jan zeggen dat we morgen hulp krijgen in de vorm van 2 Hongaren die ons komen helpen, begint hij schuddebuikend te lachen. Wij kijken hem heel verontwaardigd aan, hoezo is dat zo grappig? Ze hebben het ons toch beloofd? Nee, Jan wij weten zeker dat ze komen! Het is ook  prachtig om die 2 nieuwe gansjes te zien, wat een dotjes!


Het is een gezellige beestenboel daar. Nadat we onze buikjes weer vol hebben is het dan toch weer tijd om richting Torvaj te gaan. Het begint al vertrouwd te voelen bij Jan en Linda….

Vol verwachting gaat op maandagmorgen om half zeven de wekker. Vandaag komt ons werkvolk. Vlug maak ik het ontbijt, nog vlugger eten we het op en doen ons werkplunje aan. Mario gaat alvast naar het toekomstige gastenverblijf en begint alvast met het afbreken van een dikke lemen muur. 


Maar om 7 uur is er nog geen hulp. Om half 8 ook niet. Af en toe kijkt Mario naar buiten om het hoekje of er nog niemand aankomt. Maar nee hoor. Om 9 uur ga ik een kopje koffie brengen en vraag aan Mario wat hij er van denkt. Maar hij weet ook niet wat hij moet denken. Het zal toch niet? Wij waren zo goed van vertrouwen… Als er om 10 uur nog niemand is weten we het zeker; Jan had gisteren gelijk. Je kunt er niks van op aan. Potverdorie. Die dag gaan we samen verder, zonder ons werkvolk. Verder met het afbreken van die muur. Erzsi en Géza zijn ook nog langs geweest met degene die misschien onze kelder kan repareren. Ook hebben een emmer bij waar mooie stekjes in staan van coniferen.  Die komen goed van pas hier. Onze kelder is nu helemaal van leem, en om verder verval tegen te gaan moet hij helemaal gemetseld worden. Maar die man spreekt allen rap Hongaars, geen enkel woordje Duits of Engels. We proberen het nog even maar het gaat ons zo echt niet lukken. Ik besluit om de hulp in te gaan roepen van Manfred onze Duitse buurman. Maar helaas die is niet thuis. Pff dat word nog lastig. Totdat Erszi op het idee komt om János te vragen.  Dit is weer een andere János, want ja de helft van de Hongaarse mannen heten János. En deze János woont ook in ons dorpje, helemaal achteraan tegen het kerkhof. De dames gaan met de auto op pad en komen even later terug met János. Die gaat samen met ons de kelder in. Wij zeggen tegen hem hoe wij het willen en hij zegt het weer in het Hongaars tegen de aannemer. Die kijkt niet blij. En hij zucht en zucht. Veel werk. Gevaarlijk werk. Het moet eerst gestut worden, want anders kan het helemaal instorten. En word gemeten en opgeschreven. En gezucht en moeilijk gekeken. Hij weet het echt niet of het wel kan. Hij moet er nog eens over nadenken. Hij beloofd om vrijdag weer terug te komen met de uitslag. Nouja laten we hopen dat hij het aandurft… Laat in de middag komt ons overbuurmeisje ons vertellen dat ze gisteren bij ons aan de deur zijn geweest maar dat we niet thuis waren. En daarom komt ze nu nog een keer om te vertellen waarom de werkers niet waren gekomen. De ene had helemaal geen tijd deze week,  die moest al bij iemand anders werken van ’s morgens tot ’s avonds. En de andere kan alleen vanaf een uur of 3 want ook hij heeft een andere baan…. Dan vraag ik me af, waarom zeg je dan dat je wél kunt komen werken? Afijn het is nu niet anders. Maar ze heeft nog wel een broertje in de aanbieding, die heeft wel tijd om te komen werken behalve op donderdag dan moet ook hij ergens anders gaan werken…. Dus ook op dinsdag zijn we met zijn 2en. 







En het lukt ons om samen de muur uit te breken. Zo weer een klusje geklaard.
Woensdagmorgen precies om 9 uur stapt Péter door het poortje. Het broertje dat ons gaat helpen. Gelukkig we hebben hulp! De mannen gaat meteen aan de slag. Mario begint een geul te graven voor de fundering van een nieuwe muur, die komt op de plaats van de dikke lemen muur die wij gisteren omgelegd hebben. Péter gaat het leem naar buiten kruien. Zwaar werk hoor. Maar die jongen werkt echt hard hoor! Wat is het fijn om hulp te hebben. Kan ik mooi wat andere klusjes gaan doen.Ik besluit om de mini coniferen maar eens een mooi plekje te gaan geven. En ik weet al waar ze moeten komen staan. Als je bij ons buiten op ons toekomstige terras zit en je kijkt naar linksboven, als je andersom zit naar rechtsboven, dan is daar een gat. Nu kun je je afvragen waarom je in hemelsnaam daar naartoe wilt kijken, maar dat weet ik ook niet, ik doe het nou eenmaal vaak… Misschien omdat daar het huis van de buren staat? Maar om de een of andere reden wil ik precies dáár de mini conifeertjes planten. Dus een skup (spade) aan Mario gevraagd, een gieter vol laten lopen met water, en hup naar boven met het spul. Er zijn 5 plantjes, dus moet ik 5 kuiltjes graven. De eerste keer dat ik de skup in de grond zet, stuit ik op iets hards. Een mooi oud bord in 10 stukken. Eerst maar even eruit halen anders is het gat nooit diep genoeg. Jammer van het bord. Bij het 2e gat wil mijn skup wederom niet meer dan 2 cm. de grond in. Hier is de boosdoener een stuk steen. Ook maar effe eruit halen. Op naar het 3e gat. Hier gaat mijn skup verrassend genoeg wel dieper in de grond, maar als ik de grond omhoog haal, hangt er een groot stuk plastic aan vast. Jeetje dachten die Hongaren nou echt dat dat alles wel zou vergaan in de grond??? Het 4e en 5e gat geven gelukkig geen nieuwe geheimen prijs behalve een mierennest. Ik giet in ieder kuiltje wat water en zet er de plantjes in. Ja en dan heb ik een ander probleem, ik moet de gaten weer opvullen met grond. Ik kan slecht het bord, de steen en de plastic zak weer terug de grond in doen. Maar gelukkig komt mijn reddende engel er aan in de vorm van Mario. Ik moet grond hebben, zeg ik. Waarvoor? Om die gaten op te vullen. En wat eruit is gekomen, vraagt Mario. Ik wijs naar de bodemvondsten. Hij snapt en gaat voor mij elders in de tuin wat grond halen. Ondertussen zijn wolken vanachter de heuvel tevoorschijn gekomen en het rommelt in de lucht. 


Terwijl ik op Mario zit te wachten voel ik de eerste regendruppels op mij terechtkomen. Nog even wachten, roep ik naar boven. Mario komt eraan met de grond en grote malse druppels regen vallen neer. Vlug de grond erbij en toch nog de gieter met water leeggieten bij de plantjes en dan rennen. Zo weer een klusje geklaard. Als het goed is, is er van het gat over een paar jaar niks meer te zien! Gelukkig is de regen maar van korte duur en 5 minuten later schijnt de zon weer. Meteen is het drukkend warm. Als je het mij vraagt komt er vandaag nog wel meer onweer….. ik ga nog maar eens even bij de mannen kijken. Jeetje het schiet lekker op! Dit hadden we nodig. Hulp met het graven en kruien. Het geeft ons weer een positieve boost. Ik ga nog even binnen iets opknappen. Ik stoor me al langer aan de grote ramen in het voorkamertje. Ze moeten tzt vervangen worden, maar ik wil het nu wat mooier maken. En ik heb geleerd van de Hongaren dat je met weinig middelen toch iets kunt veranderen. Dus naar goed Hongaars gebruik plak een stuk plastic tafelkleed op de vensterbank. Daarop komen de plastic plantjes die ik uit NL heb meegebracht en zie hier het resultaat. Ik ben er gewoon blij mee ..



Op donderdag moeten we zand, kiezels en cement gaan halen om beton te maken voor de fundering van de nieuwe muur. We gaan naar Tab, want dat is het dichtste bij. We parkeren onze auto op het terrein naast de bergen kiezels. We stappen uit en wachten tot er iemand komt om ons te helpen. Daar komt een jongeman aangelopen. Hij begint in het Hongaars tegen ons te praten. We verstaan er werkelijk geen snars van en Mario zegt tegen de jongeman: beton. De jongeman schudt zijn hoofd en zegt: nem, nem. Wat is dat nou  voor onzin zie ik Mario denken. Hij wijst naar de hoop kiezels en zegt nogmaals: beton, beton. Nu is het de beurt aan de jongeman om er niks van te snappen. Hij ratelt maar door en wijst naar een man die helemaal achteraan op het terrein hout staat te kappen. Arbeiten, zegt de jongeman tegen ons. Wat krijgen we nou, we komen hier niet om te arbeiten. Hij loopt naar die man en wij volgen gedwee. Het zal wel….. De jongeman begint tegen de man te praten en die man begint te wijzen en te zwaaien met zijn armen. Ik denk niet dat wij beton krijgen, zegt Mario. De vorige keer dat ik hier was deden ze helemaal niet zo moeilijk, zegt hij. Mario zegt tegen die man ook weer: beton. De man wijst naar voren en zegt: informacio. Nou dan gaan we daar maar weer naartoe. Ondertussen loopt de jongeman naar een auto, stapt in en rijdt weg. Ineens snappen wij het, hij kwam de weg vragen en werkt hier helemaal niet, haha. Lachend lopen wij naar de informacio, waar al iemand op ons staat te wachten om ons verder te helpen. Nadat  we de lieve man uitgelegd hebben wat willen, gaat hij met ons mee en gooit de kiezels en het zand met een grote grijper in de aanhanger.


Nog wat zakken cement erbij en heel wat kilo’s zwaarder rijden we langzaam naar Torvaj. Die middag gaat Mario met de kruiwagen de kiezels naar boven duwen. Maar het is gaan regenen en dan is alles glad. En aangezien hij ons heuveltje op moet, glijdt hij een paar keer op zijn gat. En het is zwaar, heel zwaar. Na een stuk of 10 kruiwagens houdt hij het voor gezien, dit is niet te doen zo. Jammer, want we hadden graag vandaag de fundering gestort. Maar we kunnen wel alvast beginnen, want er is al een gedeelte boven. Dus begint Mario beton te draaien. 


Hij stort het dan met de kruiwagen in de geul en ik doe er dan met een stok doorheen. Ik heb gelezen dat dat moet, zodat de lucht er dan uit gaat. Of het waar is weet ik niet, maar wat maakt het uit, zo heb ik ook een nuttig karweitje. Als alles op is moeten we stoppen .Om de rest boven te krijgen hebben we besloten om hulp in te roepen van Ferry, de kroegbaas. Hij heeft een grote tractor en heeft al eerder uit de brand geholpen. Tussen de buien door, met grote regenlaarzen aan, lopen we naar de kroeg. Als we daar zijn begint het heel hard te regenen, een echte wolkbreuk. We zien hoe de weg langzaam geel kleurt. Een buurman probeert met zijn skup het mengsel van leem en regen uit de put te houden. Onbegonnen werk. Het gutst werkelijk over de weg naar de overkant de sloot in. Ferry zegt dat hij vandaag geen tijd meer heeft, maar morgen komt hij met zijn tractor. Als we terug lopen naar huis, moeten we opletten dat we niet uitglijden, want het is spekglad op de weg.

Vrijdag gaan de mannen verder met het uitgraven van de vloer, zodat hier in de zomer beton gestort kan worden. Al het leem wat uit het huis kwam, hebben ze weer gestort op een stuk tuin wat nog veel lager ligt. Zo word de tuin daar ook meteen opgehoogd, 2 vliegen in 1 klap dus. En dat kan gerust want het is dezelfde leem. Als dit werk klaar is, gaan ze nog wat hout verzamelen om de dag af te sluiten met een vuurtje, ja waarom ook niet….

Zaterdagmorgen om kwart voor 9 horen we Manfred roepen: Mario, Gutemorgen. Verschrikt zoekt Mario een broek en strompelt naar buiten. Jeetje hij is op tijd, zijn we niet gewend hier. Hij komt vertellen dat hij om 9 uur terug komt met de man van de omheining. Oké, zegt Mario, dat is goed. Vlug maak ik wat te eten en om kwart voor 9 zijn we er klaar voor. Maar Manfred is er nog niet, dus hij is niet altijd op tijd… Ik zeg tegen Mario, heb je het wel goed verstaan, zei hij wel vandaag? Volgens mij wel, zegt hij. Ja hee, wie weet komt hij morgen of overmorgen pas. Ik ga het beddengoed maar vast in de wasmachine doen en Mario doet nog wat kleine klusjes. En dan om een paar minuten voor 10, komen ze aangelopen. Gelukkig, het was toch vandaag. De mannen komen in de keuken zitten en ik vraag of ze koffie willen. Nee, dat hoeven ze niet. De mannen komen ter zake. Manfred is meegekomen voor de vertaling. De meneer van de omheining heeft een soort van koffertje bij zich dat met plakband aan elkaar hangt. Zou hij daar voorbeelden in hebben zitten van het hek dat wij willen? Een stuk acacia of gaas misschien? Hij begint te vertellen en meteen zie ik weer dat ook zijn gebit niet compleet is, hij mist een paar voortanden en de rest staat schots en scheef en is niet wit… Hij haalt papieren uit zijn koffertje en vraagt of wij een plattegrond hebben van ons perceel. Ja dat hebben we. Thuis in Rooi. Maakt niet uit zegt de meneer, hij kan dat wel opvragen bij het buro. Weten we misschien het nummer van ons perceel? Nee, toevallig niet meneer. Maakt niet uit, ook dat kan hij opvragen. Dan overhandigt hij Mario een papier wat hij moet ondertekenen. Hány forint per meter, vraagt Mario. Nem tudom, zegt de meneer, hij weet het niet. Gek vind ik dat. Dan ziet Mario een bedrag van 60.000 forint op het formulier staan. De meneer zegt dat we nu moeten betalen, maar we mogen ook 10.000 forint nu betalen en de rest later. We hebben geen 60.000 forint in huis. Dus we kiezen voor de 2e optie. Opeens valt het kwartje en snappen we dat het bedrag is voor het opmeten van ons perceel. Hij vertelde inderdaad dat het kadaster langs komt om te meten en om paaltjes te plaatsen. Ahaaaa dit is niet de meneer van de omheining, maar de landmeter! Oké, daarom wist hij niet wat de omheining gaat kosten. Als de papieren getekend zijn gaan we naar buiten. Hij wil kijken of er misschien nog wat oude omheining te zien is. Ja ach, hier en daar staat nog wel een half verrot paaltje, maar dat is ook het enige. Hij bewonderd onze vlierbessenstruiken en begint uit te leggen wat je daar zoal van kunt maken. Maar dat verhaal heb ik hier al zo vaak gehoord. En hij vertelt dat de roma ze hier plukken voor het geld. Ja dat weet ik wel, want gisteren vertelde Margitka dat ze daar 30 forint per kilo voor krijgen, dat is ongeveer 10 cent. Als we de ronde gemaakt hebben, nemen we afscheid van de landmeter en vragen aan Manfred of hij een afspraak wil maken met de meneer van de omheining. Want we willen dit nog graag geregeld hebben voordat we naar NL moeten. 10 minuten later komt Manfred al weer terug en zegt dat ze maandagmoren om 10 uur komen. Fijn, dat is weer geregeld! Blij lopen we naar boven en gaan maar eens even kijken hoe de indeling van het gastenverblijf moet worden. Laat in de middag komt ook nog de aannemer langs met de uitslag over de kelder. En dat valt tegen, hij durft het niet aan. hij schudt maar met zijn hoofd, nee nee, hij doet het niet. Te gevaarlijk en daarom doet hij het niet.
Die avond gaan we ook nog bij János langs om te kijken hoe zijn kelder is gemaakt. Die ziet er uit zoals wij de onze ook willen hebben. Alleen is onze kelder groter, wij hebben 3 gangen, maar dat moet toch te doen zijn?


We vertellen hem dat de aannemer nee heeft gezegd en vragen aan hem of hij misschien iemand kent die het wel aan durft. Hij komt al meteen met 2 namen, en hij beloofd om dat hij eens rond zal gaan vragen. Hopelijk levert het iets op..  Wat is dat een lieve man zeg! We krijgen een rondleiding en trots laat hij zijn huis en zijn tuin zien. Die tuin ziet er werkelijk prachtig uit! Wij waren er al eens langs gelopen en hadden verbaasd gekeken naar de prachtige verzorgde tuin. 


We vroegen ons wel eens af, wie zou hier toch wonen? Nu weten we het. 


Een man die in Hongarije geboren is, die jaren in Duitsland heeft gewoond en ook nog even in Nederland. Vandaar dat hij zo goed kan tolken. Nog genietend van het avondrood lopen wij weer naar huis. 


En zo is er alweer een fijne dag voorbij….

Deze zondag hebben we weer een blind date. En nu in de vorm van Truus en Cor. Truus ken ik al langer, maar ook alleen via de computer. We weten al veel van elkaar en hebben al vaak met elkaar gekletst. Maar haar stem heb ik nog nooit gehoord. Gek is dat. Maar als ze bij ons de heuvel opgelopen komen, ziet het er toch heel vertrouwd uit. En nadat we elkaar een handje gegeven hebben, beginnen we meteen te buurten alsof we elkaar al heel lang kennen. Dit komt wel goed! Het weer is een beetje wisselvallig, dus we zitten even binnen en wat langer buiten als de zon weer schijnt. 


De middag vliegt voorbij en we sluiten deze leuke ontmoeting af bij de Puli.

Maandagmorgen 10 uur. Manfred en de meneer van de omheining zijn er. Mooi zo. Willen ze misschien een kopje koffie voordat we ter zake komen. Nee, dat hoeven ze niet. Bier, vraag ik voor de grap. Ja dat lusten ze wel. Mario houdt het bij koffie. Nadat we even gepraat hebben gaan we dan maar eens kijken waar de omheining moet komen. Pff das nog niet zo gemakkelijk, want het is overal krom en scheef. Maar als het goed is gaat hij dat allemaal in orde maken. Als straks het kadaster is geweest en de grenzen zijn aangegeven, is het gemakkelijker. De rolmaat wordt erbij gehaald en het meten kan beginnen. Uiteindelijk na een half uur komen we uit op 300 meter omheining. Ongeveer dan. Nu weet hij hoeveel acacia palen hij moet bestellen en hoeveel rollen gaas. Een heleboel in ieder geval. Hij kijkt ook nog wat er allemaal moet gebeuren voordat ze kunnen beginnen. De grond moet recht gemaakt worden. Bomen moeten gesnoeid worden. Sommige bomen moeten helemaal weg, en er gaan ook zeker struiken sneuvelen. Maar dat is niet erg, wat er staat nog genoeg. En de acacia schieten daar als paddenstoelen uit de grond. De Hongaren mopperen er op, ze vinden het maar lastig. Wij niet, wij vinden ze vooralsnog heel mooi. Misschien verandert dat ooit nog eens….de rest van deze maandag bestaat uit opruimen en ons klaarmaken voor de reis, want morgen moeten we weer naar Nederland.
Als we op dinsdag om 5 uur opstaan, zijn we een beetje stil. Niet omdat het zo vroeg is, maar omdat het er weer op zit. We gaan weer naar ons andere thuis. Het uitzicht over ons dorpje is werkelijk prachtig. 


De zon is bezig met wakker worden en de hanen kraaien. Ik maak nog wat foto’s om dit mooie beeld vast te houden. 


Een half uur later zijn we klaar en stappen we in de auto. We zijn lekker uitgerust en kunnen er weer tegenaan.

Groetjes,
Marti