zondag 10 oktober 2010

Ramp in Hongarije

Er is een grote ramp gebeurd in Hongarije. Dit zal jullie vast niet ontgaan zijn. Het heeft in alle kranten gestaan en het was meerdere keren op tv. Ook mijn startpagina staan vol met feiten, foto’s en filmpjes. Het is echt verschrikkelijk! Sinds het gebeurde op maandag voel ik me behoorlijk down. Iedere keer als ik er aan denk kan ik wel huilen. Echt, als je die foto’s ziet van de mensen die met een shovel in veiligheid gebracht moeten worden, dan breekt mijn hart.




Deze 2 foto's zijn niet van mij, maar van MTI/Nagy Lajos.
Die mensen hebben al zo weinig, en vele zijn nu gewoon alles kwijt! Ik weet het, rampen gebeuren overal in de wereld. En er zijn heus veel ergere rampen geweest, met vele doden. Maar dit is gebeurd in MIJN Hongarije. Dit raakt mij persoonlijk, omdat Hongarije in iedere vezel van mijn lichaam zit. Ik houd ontzettend veel van het land en van de Hongaren. Ook dat zal jullie niet ontgaan zijn. Daar waar het gebeurd is, zijn wij een paar keer geweest toen we nog op de camping in Balatonfüred stonden. Ik denk niet dat we er nog ooit zullen komen. Het lijkt erop dat de oranje smurrie erg giftig is en zelfs radioactief… Ja en dat ga je natuurlijk niet opzoeken…  Veel mensen vragen aan mij of het dicht bij ons huis is. Nou gelukkig niet echt, het is hemelsbreed 54 km. bij ons vandaan.


Natuurlijk is dat fijn, maar van de andere kant, als dat wel zo zou zijn, dan zouden wij ons 2e huis kwijt zijn. Wij hebben nog een huis hier in Rooi. Voor ons in ons huis in Torvaj een vakantiehuis, een extra huis om naar toe te gaan als we daar zin in hebben. Maar de Hongaren die door deze ramp hun huis zijn kwijtgeraakt hebben niks meer. Die hebben geen 2e huis, de meesten zijn al blij als ze 1 huis kunnen betalen. En nu staan ze op straat, oké ze zijn wel opgevangen en ondergebracht, maar ze zijn hun huis kwijt! Dat kun je je toch niet voorstellen … Dat is echt heel erg! Kijk en daar word ik nu zo verdrietig van…..Ik hoop en bid dat het hier bij blijft en dat de ramp niet nog veel groter gaat worden. Want zoals op Hongarijevandaag zo pakkend staat: Rode zondvloed raakt Hongarije in het hart , maar het heeft mijn hart ook geraakt…

Ik ga nu toch nog even een stukje schrijven over ons verblijf de laatste keer dat wij in Torvaj waren. Want we hebben wederom een leuke en vooral gezellige tijd daar gehad! Deze keer zijn Henk en Ingrid met ons mee geweest, zoals ik mijn vorige blog meldde. We zijn met zijn 4en in onze auto er naartoe gereden. En dat was vooral voor Mario heel prettig, want nu heeft hij mooi kunnen afwisselen met Henk. Dus heeft hij ook mooi kunnen slapen in een rijdende auto. Ik durf niet te rijden op de snelweg (erg hè?), dus normaal gesproken moeten we toch wel een aantal uurtjes stoppen om te kunnen slapen. Dus deze keer schoot het lekker op. We zijn eerst bij Gonnie en Bert langs geweest, en waren vervolgens rond 18:00 uur in Torvaj. Alles stond overeind, de vele regen die er gevallen was had niks weggespoeld. Mooi meegenomen. Maar toen we binnen in het huis kwamen, rook het erg muf. De houten meubels zaten vol met groene schimmel. Bah! Dus alles open gegooid en de dames begonnen natuurlijk meteen te poetsen… De mannen maakten een rondje over ons landgoed. Is toch altijd weer leuk om te laten zien, waar wij nou zo verknocht aan zijn… Die avond hebben we onze gasten meegenomen naar Puli, om volgens ons de lekkerste goulahssoep te eten.
De volgende dag, zondag, regende het toen we opstonden. Shit, dit hadden we niet besteld! Dus zijn we die dag maar inkopen gaan doen in Siófok. Obi, Aldi en Tesco werden door ons met een bezoek vereerd.






Vooral Ingrid verbaasde zich over de groenten die ze daar verkochten…Ja en als je op je gemak met zijn 4en winkelt, is de dag zo weer voorbij… We waren nog een beetje moe van de reis en besloten om het niet te laat te maken. Dus gingen we lekker op tijd eten in een grill restaurant in Siófok.Lekker dat het was, en véél! Zo we hebben er weer een goed adresje bij. Gelukkig was het de volgende dag droog, dus trokken Ingrid en ik onze laarzen aan en gingen we op onderzoek uit.


Ik wilde wel eens weten hoe onze grenzen van onze grond nou eigenlijk lopen. (wat een rare zin…) Wij dapper stappen in het hoge gras en over takken en boomstammen heen.  De E-on mannen hadden de bomen die ze in de zomer gesnoeid en omgezaagd hadden, natuurlijk gewoon laten liggen. Het was eigenlijk wel leuk om zo lekker rond te banjeren. Hier en daar waren de resten van een houten tuinhek nog te zien, dus dat zou de grens wel zijn. De eerste paddenstoelen stonden er ook al.


Toen we weer bij het huis aankwamen, waren de mannen aan de achterkant bezig. Ze hadden de oorzaak van het vocht in huis gevonden. Het bleek dat er een groot stuk stuukwerk weggeslagen was, waardoor de lemen muur bloot was komen liggen. De regen had er al een flink gat in geslagen, waardoor het water naar binnen sijpelde.




Dat moest dus heel snel aangepakt worden. Zo gezegd, zo gedaan. Die middag zat de eerste laag cement er al op. 2 dagen later hebben ze er nog een laag opgezet, en een rij dakpannen onder tegen de muur gezet. Want we hebben nog geen regengoot aan het huis hangen, dat gebeurt pas als we het huis verbouwd hebben. Hopelijk is het huis nu voorlopig weer waterdicht…
Op dinsdag zijn Henk en Mario aan het gastenverblijf begonnen. De muur die van de zomer omgeduwd was door de jongens, lag er nog steeds. Dus die moest als eerste opgeruimd worden, want die blokkeerde nog steeds een deur. Maar aangezien dat meer een mannenklusje was, zijn Ingrid en ik een wandelingentje gaan maken. De zon scheen, dus gingen we onderaan de weg linksaf, op weg naar het kerkhof. Op een of andere manier heeft dat een ontzettende aantrekkingskracht op mij. Ik weet niet hoe dat komt, misschien is het wel de rust die er heerst. Maar de graven in Hongarije is toch een apart iets om te zien. Als eerste de vele plastic bloemen die welig tieren op de graven.




Op de composthoop liggen ze ook gewoon tussen de echte bloemen. Maar het raarste vind ik toch wel het feit dat de graven allemaal dezelfde richting in staan, maar dat de tekst soms aan de achterkant en soms aan de voorkant staat. Dus al je over het middenpad loopt, zie je in één oogopslag wie er begraven ligt.





Maar waarom draaien ze dan niet gewoon de graven om? Weet iemand misschien wat hier de reden van is? Wij vonden het in ieder geval heel vreemd. Ook hebben Ingrid en ik die dag het zwembad schoongemaakt en opgeruimd. De mannen schoten goed op in het gastenverblijf. De omgevallen muur is helemaal opgeruimd en ze hebben alvast een muur dunner gemaakt, door er met een beitelhamer een gedeelte van de leem er af te beitelen. 

  
Ook hebben wij, de dames, de vele zakken met kleding uitgezocht die we hadden meegebracht uit Nederland.


We verdeelden het over 4 stapels: Margit, János, de tuinman en de zigeunerfamilie. Margit is onze buurvrouw van nummer 18, János is onze buurman van nummer 20, dan hebben de tuinman en zijn vrouw, en met de zigeunerfamilie bedoelen we een gezin dat we van de zomer beter hebben leren kennen. Ze wonen bij ons in het dorp en zijn heel aardige, hardwerkende mensen. Hun dochter Margit van 21 is getrouwd en woont met man en haar broer in een mooi huisje, aan de overkant van het dal. Haar zusje van 19 is nu zwanger, maar woont nog thuis. Het was dus een ongelukje/verrassing. Daarom had ik nu ook wat babyspullen bij me. We zijn die spullen en de kleding met de kruiwagen naar het huisje van Margit en haar man gaan brengen. Gelachen dat we hebben onderweg!




En het was warm en zwaar… maar ze was zo blij en we werden heel hartelijk ontvangen met een kopje koffie. Ze wilde ons binnen uitnodigen, maar het was zo’n lekker weer dat wij liever op het stoepje in de zon bleven zitten. En zo kon ik ons huis ook eens van de overkant bekijken. Raar.
En ‘s woendags was het weer zo’n lekker weer! Dus ging ik maar eens de hybiscus plantjes planten, die ik had meegenomen uit Nederland. Wij hebben in Rooi 2 hele grote staan en die zaaien zichzelf heel heftig uit. Dus had ik er zo’n stuk of 30 meegenomen en die staan nu mooi op een rijtje in de tuin. 



Al groeit de helft maar aan, dan nog word het een mooie haag. Hopelijk dan… De mannen hadden een groot gedeelte van de dag besteed aan het buiten kruien van leem. Dit werd vervolgens gedumpt op een stuk grond dat een paar meter lager ligt dan de rest. En het mooie is, dat je er bijna niks meer van ziet, als wij de volgende keer terugkomen. Want dat is natuurlijk het mooie van leem, het wordt één met de natuur. Verder zijn we die dag nog naar Kaposvár geweest en ook naar Igal om  te zwemmen in het thermaalbad, natuurlijk. nog eten bij Ildikó en de dag was weer voorbij. De volgende dag, donderdag, besloot ik om zelf maar eens de beitelhamer ter hand te nemen. Niet dat het dan sneller zou gaan ofzo. Maar daar had ik gewoon zin in… nou ik moet je zeggen, dat is nog een zwaar klusje! Krijg je spierballen van… 





Dus ik heb het welgeteld een half uurtje volgehouden en toen ben ik maar weer iets naders gaan doen. Die middag zijn we nog met zijn 4en naar de tuinman en zijn vrouw geweest. Wij kwamen onaangekondigd aan, maar werden toch hartelijk ontvangen met koffie en eigen gebakken koekjes. Die waren echt heel lekker!


Ja en toen was het alweer vrijdag 1 oktober en al weer bijna de laatste dag…Die dag hebben we ’s morgens nog wat klusjes gedaan en ’s middags zijn we een wandelingentje gaan maken door het dorp. 


  
Toen we bijna aan het einde van de harde weg waren, gingen we es even een zandpaadje in, gewoon om te kijken waar je dan uit komt. Maar ineens roept Mario: “Marti, kom eens kijken wat hier ligt!” En ik luister altijd goed naar mijn man, dus ik meteen er naar toe. Lag me daar toch een hele stapel oude, antieke Hongaarse tegels.


Ooo mijn God, wat mooi! Ik werd er helemaal zenuwachtig van en zei tegen Mario:” Die nemen we mee”. Want ze waren tenslotte in een sloot gedumpt. Leve de illegale stort. Ik ben dol op dat soort plekken, vind ik veel leuker dan de duurste winkels…. Mario zuchtte en zei:”Dat dacht ik wel, maar die kunnen we nu niet meenemen.” Nee dat snapte ik ook nog wel. Maar ze zouden naar de Kossuth Lajos Utca 16 verhuizen, hoe dan ook! Dus liepen we verder richting de kroeg.


Jazeker we hebben een kroeg met een terras in het dorp. We waren er nog nooit geweest en dat kan natuurlijk niet. Zo kwam het dat we even later zaten te genieten van bier, wijn en cola. En dat voor een bedrag van 2,60!




Zo kun je nog eens goedkoop zat worden. Ik vind het nog leuk ook, we gaan dan ook vaker terug. Mario en ik zijn later nog met de auto de tegels gaan ophalen. Het waren er veel meer dan we eerst gedacht hadden. de achterbak van de auto zat helemaal vol, en we zijn heel rustig naar ons huisje gereden. En toen hebben we onze grote schatten met beleid zonlang in het gastenverblijf opgestapeld. En daar liggen ze nu te wachten tot ik een keer de tijd heb om ze schoon te maken.




Zaterdag zijn we rond 14:00 uur weer vertrokken uit Torvaj en we waren na een voorspoedige reis zondagmorgen om 8:30 weer thuis. Henk en Ingrid vonden het mooi bij ons, maar ze vonden het wel wat stil. Nou dat klopt ook, het is ook stil, maar dat is nou net wat wij zo fijn vinden. Hier in Nederland is het al zo hectisch en we zijn blij als we in Torvaj buiten zijn en we horen behalve de vogels, niks. Maarja ieder zijn meug, toch?
Het valt deze ronde niet mee om mezelf helemaal in Nederland te plaatsen.. Normaal gaat het zo: Je komt thuis, gooit alle zooi uit de auto in het huis, zet de eerste was aan, je gaat even slapen, als je dan weer wakker word bel je de moeders dat we weer veilig thuis zijn, je bent heeeel blij dat je de kids weer ziet. En als laatste fiets je naar de winkel om de koelkast aan te vullen. Bam! je bent weer thuis. Dan ga ik na een paar dagen beginnen aan mijn blog en nog even wegkwijlen bij de foto’s, maar dan is het ook echt voorbij. Het ‘normale’ leven roept weer. Maar nu is alles anders gegaan. Het begon er al mee dat we de volgende dag al weer met de Hongaarse les moesten beginnen. Nou is dat geen straf, want zo dromen we nog even verder over ons geliefde Hongarije. En toen kwam daar het bericht van de ramp bij. En nu kan ik niet anders dan iedere dag aan Hongarije denken. En iedere dag een beetje huilen…  Hoe met het nu verder….